ROUS V4beco. H18. 05. Intrinsieke waarde

Welkom
4 VWO |  2021-2022


Hoofdstuk 18
Eigen vermogen

1 / 13
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
4 VWO |  2021-2022


Hoofdstuk 18
Eigen vermogen

Slide 1 - Slide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Wat is geen onderdeel van het eigen vermogen
A
Geplaatst aandelenkapitaal
B
Winstreserve
C
Maatschappelijke aandelenkapitaal
D
Herwaarderingsreserve

Slide 3 - Quiz

De vaste activa van een onderneming stijgt in waarde. hierdoor ontstaat:
A
Winstreserve
B
Agioreserve
C
Herwaarderingsreserve

Slide 4 - Quiz

Leerdoel
Aan het eind van de les kan je 
- de intrinsieke waarde van een aandeel berekenen. 

Slide 5 - Slide


EV = Bezittingen - VV
A
Eens
B
Oneens

Slide 6 - Quiz


Aandelenkap.
€200.000
Agio reserve
€60.000
Lening
€200.000
Totale activa
€460.000
Totale passiva
€460.000
A
EV = €60.000
B
EV = €200.000
C
EV = €260.000
D
EV = €460.000

Slide 7 - Quiz

Intrinsieke waarde
Intrinsieke waarde = eigen vermogen
Dus inclusief reserves.

Momentopname (indicatie)

Slide 8 - Slide

Liquidatie
Waarde onderneming vaak lager dan de intrinsieke waarde. 
Activa wordt voor een lagere prijs verkocht en soms zelfs met verliezen. 

Slide 9 - Slide

Het eigen vermogen van Y nv is €250.000. Y nv heeft een geplaatst aandelen kapitaal van €150.000 met een nominale waarde van €30 per aandeel. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel.

Slide 10 - Open question

Koersvorming
Gegeven
  • Intrinsieke waarde
  • Toekomstverwachtingen
  • Speculanten kunnen de koers beïnvloeden.
--> vraag en aanbod bepalen de koers. 

Slide 11 - Slide

Bespreken
18.12

Slide 12 - Slide

Zelf aan de slag
Lees paragraaf 18.5
Maak opgaven t/m 18.19

Belang van de opdrachten:
Oefenen met het berekenen van de intrinsieke waarde van een aandeel. 

Slide 13 - Slide