Woordraadstrategieen

Les A4: woordraadstrategieën

Laat je boek dicht!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les A4: woordraadstrategieën

Laat je boek dicht!

Slide 1 - Slide

woordraadstrategieën

Slide 2 - Mind map

5 woordraadstrategieën
  1. Lees terug of vooruit, soms staat er een uitleg
  2. Staat er een synoniem?
  3. Een tegenstelling?
  4. Is het een samenstelling? (En weet je wel wat de losse delen betekenen?)
  5. Lijkt het op een ander woord?

Slide 3 - Slide

Uitleg
De paus werd beschuldigd van nepotisme. Hij zou vrienden en familie voordelen hebben gegeven.

Slide 4 - Slide

Synoniem
Het wetsvoorstel had weinig draagvlak.
Het kreeg nauwelijks steun in de Tweede Kamer.

Slide 5 - Slide

Tegenstelling
Mijn vader is erg conservatief, maar mijn moeder is juist heel vooruitstrevend en modern.

Slide 6 - Slide

Samenstelling
Het begrotingstekort is de afgelopen jaren afgenomen.

Slide 7 - Slide

Lijkt op een ander woord
Internationaal Monetair Fonds.

Slide 8 - Slide

We gaan oefenen!

Slide 9 - Slide


Weet je nou al wie de auteur van dat boek is? Volgens mij is de schrijver Paul van Loon.
A
Er staat een tegenstelling in de zin.
B
Het woord wordt uitgelegd
C
Het lijkt op een ander woord.
D
Er staat een synoniem in de zin

Slide 10 - Quiz


In plaats van orde en regelmaat, was het in de wiskundeles complete chaos.
A
Er staat een tegenstelling in de zin.
B
Het woord wordt uitgelegd
C
Het lijkt op een ander woord.
D
Er staat een synoniem in de zin

Slide 11 - Quiz


Mijn broertje is super goed in vakken waarbij je moet berekenen en experimenteren. Hij scoort hoog op de bèta-vakken. 
A
Er staat een tegenstelling in de zin.
B
Het woord wordt uitgelegd
C
Ik herken een deel uit de samenstelling.
D
Er staat een synoniem in de zin

Slide 12 - Quiz


Die leerling zit met enorme desinteresse naar de uitleg van de docent te luisteren. 
A
Er staat een tegenstelling in de zin.
B
Het woord wordt uitgelegd
C
Ik herken een deel uit de samenstelling.
D
Er staat een synoniem in de zin

Slide 13 - Quiz


Wat betekent desinteresse? 
A
Geen interesse
B
Hetzelfde als interesse
C
Veel interesse
D
Interesse in iets specifieks

Slide 14 - Quiz

Etymologie

Slide 15 - Slide

Zoek op wat het woord 'etymologie' betekent.

Slide 16 - Open question

Etymologie
  • Etymologie: het bestuderen van de herkomst van woorden.
  • Een etymologisch woordenboek beschrijft waar een woord vandaan komt. (Vaak Latijns, Grieks of Arabisch.)


Bijvoorbeeld: telefoon komt van het grieks:
tele (τήλε) = ver
phone (φωνή)= geluid

Slide 17 - Slide

Zoek de etymologie op van het woord 'computer'

Slide 18 - Open question

Aan de slag: les 4

Maak opdracht 1, 2, 3 en 4

Slide 19 - Slide