1B Woensdag 5 april oefentoets H3.3. en H4.3

Na 2 min zit je:

Stil op je plaats, 
met lees/chrome/gewone 
boek, agenda en pennen
op tafel.

timer
2:00
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Na 2 min zit je:

Stil op je plaats, 
met lees/chrome/gewone 
boek, agenda en pennen
op tafel.

timer
2:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag:

  • 10 minuten lezen 
  • 20 minuten oefentoets H4.3 bespreken
  • Kennisquizzz
  • Jeugdjournaal
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

LEZEN 
LEZEN
timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen vandaag H4.3:
MORGEN TOETS!

1. Na deze les kan je vertellen wat je moet kunnen voor de toets 
2. Na deze les kan je vertellen wat je nog moet oefenen voor de toets 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Donderdag: toets H3.3 en H4.3
Dit zijn de kernvragen van de stof. Als je die kan beantwoorden, dan ken je de basis. Daarna is oefening belangrijk, omdat de stof in verschillende vragen op de toets voorkomt. 

1. Wat zijn de leerdoelen per paragraaf?
2. Wat is een tekstdoel?
3. Wat voor doel heeft een schrijver met een nieuwsbericht?
4. Wat voor doel heeft een schrijver met een stripverhaal?
5. Wat voor doel heeft een schrijver met een advertentie voor McDonalds?
6. Wat doe je als je verkennend leest?
7. Wanneer en hoe gebruik je nauwkeurig lezen? Wanneer en hoe zoekend lezen?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets H4.3 bespreken
Wie heeft het gemaakt? Toppers!

Niet gemaakt? Zonde, je mist een kans om te oefenen voor de toets. Morgen om 8u komen. 

De vragen komen op het bord. Antwoorden bespreken we. Als het niet goed ging, vraag je af wat je fout hebt gedaan. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Twee oefentoetsen gemaakt
Hoe vind je zelf dat je ze hebt gemaakt?
Welke onderdelen vond je lastig?
Wat ga je nog doen om de toets voor te bereiden?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen vandaag H4.3:

1. Na deze les kan je vertellen wat je moet kunnen voor de toets 

2. Na deze les kan je vertellen wat je nog moet oefenen voor de toets 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Om het onderwerp van een tekst te vinden, moet je de hele tekst nauwkeurig lezen.
A
Waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Hoe moet je lezen om antwoord te krijgen op de vraag:

Wat is de prijs van kindertickets?
A
Zoekend lezen
B
Nauwkeurig lezen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overhalen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Bij verkennend lezen...
A
...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
B
...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
C
...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
D
...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Verkennend lezen doe je ....
A
voordat je een tekst gaat lezen
B
nadat je een tekst hebt gelezen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Welke leesstrategie moet je gebruiken om de vraag te beantwoorden:
 
'Wanneer is de tekst geschreven' 
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is zoekend lezen?
A
de hele tekst precies doorlezen
B
de eerste en laatste zin van elke alinea lezen
C
op zoek gaan naar een speciaal stukje van de tekst
D
de tussenkopjes lezen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting: Als ik wil weten wat het doel is van een tekst, lees ik hem...
A
verkennend
B
nauwkeurig (woord voor woord)

Slide 23 - Quiz

Aanleiding om te herhalen wat verkennend lezen is.
Mijn blinde oma vraagt of ik haar precies wil vertellen wat er in een krantenartikel staat.

Wat doe ik?
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bij nauwkeurig lezen
A
lees je de hele tekst zin voor zin
B
bekijk je alleen de plaatjes
C
zoek je alleen naar antwoord op de vragen
D
lees je alleen de titel en deeltitels

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen voorbeeld van zoekend lezen?
A
Opzoeken wanneer het zomercarnaval in Rottedam is.
B
Hoe laat een voetbalwedstrijd begint
C
Een leesboek lezen.
D
Wanneer een voetbalwedstrijd wordt uitgezonden.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is er belangrijk bij zoekend lezen?
A
Tussenkopjes
B
Anders gedrukte woorden
C
Opvallende tekens
D
Plaatjes

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort niet bij verkennend lezen?
A
de titel lezen
B
de plaatjes kijken
C
de bron bekijken
D
de vragen beantwoorden

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een tekstdoel?
A
schrijven
B
wat de schrijver wil bereiken met de tekst
C
lezen
D
wat de schrijver leuk vindt om te doen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Link

This item has no instructions

Evaluatie

  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions