What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
T6 herhaling met quiz
T6 herhaling met quiz
1 / 51
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
51 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
T6 herhaling met quiz
Slide 1 - Slide
Welke stelling is juist?
A
De snavel van vogels zijn aangepast aan voedsel
B
A en C zijn juist
C
De poten van vogels zijn aanpast aan hun omgeving
Slide 2 - Quiz
Deze poten zijn van een....
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel
Slide 3 - Quiz
Welke dieren hebben een zwaarder skelet?
A
Landdieren
B
Waterdieren
Slide 4 - Quiz
Welke vogel heeft deze aanpassing aan zijn poten?
A
steltloper
B
zangvogel
C
loopvogel
Slide 5 - Quiz
Hoe heet deze snavel en wat eet deze vogel?
A
priemsnavel, vogel eet bodemdiertjes
B
priemsnavel, vogel eet insecten
C
kegelsnavel, vogel eet zaden
Slide 6 - Quiz
Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel tijdens het eten?
A
Hij verscheurt zijn prooi met deze snavel
B
hij kraakt met zijn snavel de noten
C
hij prikt met deze snavel in de bodem op zoek naar bodemdiertjes
D
Hij zeeft met zijn snavel diertjes uit het water
Slide 7 - Quiz
Hoe heet deze snavel?
A
kegelsnavel
B
pincet snavel
C
priemsnavel
D
haaksnavel
Slide 8 - Quiz
Hoe heet deze snavel?
A
priemsnavel
B
kegelsnavel
C
pincetsnavel
Slide 9 - Quiz
Wat is een voedselketen?
A
Laat precies zien welke dieren er worden opgegeten in de natuur.
B
De volgorde waarin dieren en planten gegeten worden.
C
De volgorde waarin dieren gegeten worden.
D
Laat precies zien welke planten er worden opgegeten.
Slide 10 - Quiz
Wat zit er niet in een voedselweb?
A
planteneters
B
vleeseters
C
bacteriën
Slide 11 - Quiz
Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen
Slide 12 - Quiz
Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen
Slide 13 - Quiz
Maak steeds de juiste keuze:
biotisch / abiotisch
regen
A
biotisch
B
abiotisch
Slide 14 - Quiz
biotisch of abiotisch?
nestgelegenheid
A
biotisch
B
abiotisch
Slide 15 - Quiz
Maak steeds de juiste keuze:
biotisch / abiotisch
drijvende vis
A
biotisch
B
abiotisch
Slide 16 - Quiz
biotisch of abiotisch?
Ziekteverwekkers
A
Biotisch
B
abiotisch
Slide 17 - Quiz
Biotisch of abiotisch?
Roofdieren
A
biotisch
B
abiotisch
Slide 18 - Quiz
biotisch of abiotisch?
licht
A
biotisch
B
abiotisch
Slide 19 - Quiz
Hoe heeft de poolvos zich aangepast aan zijn omgeving?
A
kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
hij kan heel erg goed sluipen
C
dikke vacht zorgt voor warmte
D
kleine oren daardoor minder verlies van warmte
Slide 20 - Quiz
kegelsnavel
zeefsnavel
priemsnavel
pincetsnavel
haaksnavel
Slide 21 - Drag question
Zoolganger
Topganger
Teenganger
Loopt op de gehele voetzool
Loopt op de tenen.
Loopt op de top van de tenen.
tenen en nagels zijn vergroeid tot hoef.
Slide 22 - Drag question
Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?
A
doordat hij wit is
B
doordat hij hele grote oren heeft
C
door hard te rennen
D
Veel vocht op te nemen
Slide 23 - Quiz
Waar horen honden bij?
A
hoefgangers
B
teengangers
C
zoolgangers
Slide 24 - Quiz
Hoe ademen vissen?
A
door longen
B
door kieuwen
Slide 25 - Quiz
Waarom hebben olifanten zulke stevige poten?
A
kunnen ze harder rennen
B
kunnen ze beter trappen
C
om hun zware skelet te kunnen dragen
Slide 26 - Quiz
Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?
A
Landdieren
B
Waterdieren
Slide 27 - Quiz
Een voorbeeld van een topganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens
Slide 28 - Quiz
Wat is fotosynthese?
A
het maken van voedsel
B
het omzetten van water en koolstofdioxide
C
het omzetten van glucose en zuurstof
D
het omzetten van water + CO2 in glucose en zuurstof
Slide 29 - Quiz
Sommige planten hebben luchtkanalen in hun stengels. Welke planten zijn dit?
A
cactussen
B
landplanten met grote, dunne bladeren
C
landplanten met kleine, dikke bladeren
D
waterplanten
Slide 30 - Quiz
Waarom hebben de bladeren van een cactus de vorm van een stekel?
A
Zodat de plant minder vocht verdampt
B
Tegen koude nachten in de woestijn
Slide 31 - Quiz
Wat zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
(twee antwoorden zijn goed)
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 32 - Quiz
Een plant in een droog gebied heeft vaak
A
Een groot wortelstelsel
B
Een klein wortelstelsel
Slide 33 - Quiz
Planten:
Vindt verbranding overdag plaats?
Vindt fotosynthese overdag plaats?
A
Verbranding niet, fotosynthese wel.
B
Verbranding wel, fotosynthese niet.
C
Verbranding wel, fotosynthese wel.
D
Verbranding niet, fotosynthese niet.
Slide 34 - Quiz
Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.
Slide 35 - Quiz
Als een tomaat rijp wordt, welke verandering vindt dan plaats?
A
Zetmeelkorrels worden kleurstofkorrels
B
Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
D
Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels
Slide 36 - Quiz
Wie is de producent?
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel
Slide 37 - Quiz
Wie zijn reducenten?
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels
Slide 38 - Quiz
Een boom laat zijn bladeren vallen, de
mestkevers eten het afval op. Wat zijn de mestkevers?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Afvaleters
Slide 39 - Quiz
Waar kan fotosynthese plaatsvinden
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën
Slide 40 - Quiz
Waar kan verbranding plaatsvinden?
A
Planten
B
Planten, dieren, schimmels en bacteriën
C
Schimmels, bacteriën, dieren
D
Planten, dieren
Slide 41 - Quiz
Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?
A
Omdat het dan lekker warm is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar
Slide 42 - Quiz
Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 43 - Quiz
Bij paardenbloemen sterven bovengrondse delen af in de winter.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
aanpassing van plant aan het licht
B
aanpassing van plant aan de temperatuur
C
aanpassing van plant aan water
Slide 44 - Quiz
In een vochtig milieu hebben planten
A
grote bladeren, klein wortelstelsel
B
kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel
Slide 45 - Quiz
Zonplanten hebben weinig licht nodig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 46 - Quiz
Schaduwplanten komen voor als bodembedekking
A
Juist
B
Onjuist
Slide 47 - Quiz
Welke aanpassing hebben bloemen niet als functie om de kans op bestuiving te vergroten
A
Grote bloemen
B
Gekleurde bloembladeren
C
Geur
D
Groene kroonbladeren
Slide 48 - Quiz
Schaduwplanten hebben:
A
dikke bladeren
B
bladeren met een waslaag
C
dunne bladeren
Slide 49 - Quiz
Een waterlelie zit met zijn wortels in de bodem vast
A
juist
B
onjuist
Slide 50 - Quiz
Wat is geen aanpassing voor planten om fotosynthese uit te kunnen voeren?
A
waterplanten groeien in de bovenste waterlaag
B
waterplanten hebben een wortel
C
Waterplanten hebben bladgroenkorrels
Slide 51 - Quiz
More lessons like this
Herhaling ecologie quiz
March 2024
- Lesson with
26 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Formatieve toets T.6.
June 2022
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
oefenvragen ecologie 3basis
March 2024
- Lesson with
46 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Thema 6 - Ecologie
June 2020
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Leerdoelen Hoofdstuk 6
March 2023
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Thema 6 - Ecologie
January 2021
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
6.1 eten en gegeten worden
November 2024
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhaling ecologie
June 2023
- Lesson with
48 slides
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3