2DE - wo120122

Was machen wir heute?
  • Überhören 
  • Kontrollieren und korrgieren
  • Grammatik
  • Hausaufgaben
Ziel: weten hoe je een voltooid deelwoord maakt
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Was machen wir heute?
  • Überhören 
  • Kontrollieren und korrgieren
  • Grammatik
  • Hausaufgaben
Ziel: weten hoe je een voltooid deelwoord maakt

Slide 1 - Slide

Überhören
Combineer de juiste beschrijvingen met elkaar

Slide 2 - Slide

frech
verspielt
weich
scheu
süß
schattig
speels
schuw
zacht
ondeugend

Slide 3 - Drag question

wir .... (spielen)

Slide 4 - Open question

du .... (spielen)

Slide 5 - Open question

du .... (tanzen)

Slide 6 - Open question

ihr.... (tanzen)

Slide 7 - Open question

Korrigieren Aufgabe 19
  1. du - spiel - st
  2. Hanna - hör - t
  3. wir - wohn - en
  4. ihr - komm - t
  5. Sie - versorg - en 

Slide 8 - Slide

Korrigieren Aufgabe 20
  1. en
  2. t
  3. en
  4. en
  5. st
  6. e, en
  7. t
  8. en

Slide 9 - Slide

Korrigieren Aufgabe 21
  1. wünsche
  2. Spielst
  3. schwimmt
  4. Besuchst
  5. streichelt
  6. sorgt für 
  7. fasst ... an
  8. mache  

Slide 10 - Slide

Korrigieren Aufgabe 22
  1. heißen 
  2. liebt
  3. fressen
  4. wohnen
  5. spielt
  6. laufen
  7. Versorgst

Slide 11 - Slide

Korrigieren Aufgabe 22
  1. schwimme
  2. besuche
  3. versorgst 
  4.  heißt 
  5. streicheln

Slide 12 - Slide

Grammatik - voltooid deelwoord
Ik heb een nieuwe jas gekocht. 
Wij zijn naar huis gegaan. 


Slide 13 - Slide

Grammatik - hoe maak je het voltooid deelwoord? 
Ich habe eine neue Jacke gekauft

Ge + stam + t 
(kaufen) 


Slide 14 - Slide

Uitzonderingen
1. Werkwoorden op -ieren (fotografieren, interessieren) 

Stam + t 

Ich habe das Kaninchen fotografiert.


Slide 15 - Slide

Uitzonderingen
2. Werkwoorden die beginnen met be- of ver-
 (besorgen, versorgen) 

Stam + t 

Ich habe das Kaninchen versorgt.


Slide 16 - Slide

Uitzonderingen
2. Voltooid deelwoord van sterke werkwoorden 

beschreiben - beschrieben
schwimmen - geschwommen
fressen - gefressen 

(zie woordenlijst) 


Slide 17 - Slide

Mal üben.. 
1. Er hat ein Spiel ... (spielen)
2. Sie hat ... (fragen).
3. Meine Mutter hat ein Computer ... (kaufen)
4. Du hast ein Meerschweinchen ... (fotografieren) 
5. Sie haben im Meer ... (schwimmen) 
6. Ich habe mein Lieblingstier ... (versorgen)

Slide 18 - Slide

Korrigieren
1. Er hat ein Spiel ... (spielen)
gespielt
2. Sie hat ... (fragen).
gefragt
3. Meine Mutter hat ein Computer ... (kaufen)
gekauft

Slide 19 - Slide

Korrigieren
4. Du hast ein Meerschweinchen ... (fotografieren) 
fotografiert
5. Sie haben im Meer ... (schwimmen) 
geschwommen
6. Ich habe mein Lieblingstier ... (versorgen)
versorgt

Slide 20 - Slide

An die Arbeit
Aufgabe 24, 25 und 26

Slide 21 - Slide

Hausaufgaben
Freitag 14. Januar

Lernen: Seite 133 t/m wichtig + Grammatica werkwoorden (blz. 114 en 117)
Machen: Aufgabe 24, 25 und 26

Slide 22 - Slide