2C - vr220121

Was machen wir heute?
  • Überhören  
  • Grammatik 
  • An die Arbeit
  • Hausaufgaben
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Was machen wir heute?
  • Überhören  
  • Grammatik 
  • An die Arbeit
  • Hausaufgaben

Slide 1 - Slide

Überhören - Combineer de juiste vertalingen met elkaar

1. de kat
2. de groente
3. de vacht
4. ondeugend
5. maar 
6. geschreven
7. de schildpad
8. de cavia



.
.
.
A. das Fell
B. frech
C. aber
D. das Meerschweinchen
E. geschrieben
F. die Katze
G. das Gemüse 
H. die Schildkröte

Slide 2 - Slide

ich .... (spielen)

Slide 3 - Open question

Sie .... (spielen)

Slide 4 - Open question

er .... (tanzen)

Slide 5 - Open question

du .... (tanzen)

Slide 6 - Open question

man .... (streicheln)

Slide 7 - Open question

Grammatik - voltooid deelwoord
Ik heb een nieuwe jas gekocht. 
Wij zijn naar huis gegaan. 


Slide 8 - Slide

Grammatik - hoe maak je het voltooid deelwoord? 
Ich habe eine neue Jacke gekauft

Ge + stam + t 
(kaufen) 


Slide 9 - Slide

Uitzonderingen
1. Werkwoorden op -ieren (fotografieren, interessieren) 

Stam + t 

Ich habe das Kaninchen fotografiert.


Slide 10 - Slide

Uitzonderingen
2. Werkwoorden die beginnen met be- of ver-
 (besorgen, versorgen) 

Stam + t 

Ich habe das Kaninchen versorgt.


Slide 11 - Slide

Uitzonderingen
2. Voltooid deelwoord van sterke werkwoorden 

beschreiben - beschrieben
schwimmen - geschwommen
fressen - gefressen 

(zie woordenlijst) 


Slide 12 - Slide

Mal üben.. 
1. Er hat ein Spiel ... (spielen)
2. Sie hat ... (fragen).
3. Meine Mutter hat ein Computer ... (kaufen)
4. Du hast ein Meerschweinchen ... (fotografieren) 
5. Sie haben im Meer ... (schwimmen) 
6. Ich habe mein Lieblingstier ... (versorgen)

Slide 13 - Slide

Korrigieren
1. Er hat ein Spiel ... (spielen)
gespielt
2. Sie hat ... (fragen).
gefragt
3. Meine Mutter hat ein Computer ... (kaufen)
gekauft

Slide 14 - Slide

Korrigieren
4. Du hast ein Meerschweinchen ... (fotografieren) 
fotografiert
5. Sie haben im Meer ... (schwimmen) 
geschwommen
6. Ich habe mein Lieblingstier ... (versorgen)
versorgt

Slide 15 - Slide

An die Arbeit
Aufgabe 24, 25 und 26

Slide 16 - Slide

Hausaufgaben
Dienstag 26. Januar

Lernen: Seite 133 t/m wichtig + Grammatica werkwoorden (blz. 114 en 117)
Machen: Aufgabe 24, 25 und 26

Slide 17 - Slide