This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wonen en huishouden
W3
Lesweek 9
Slide 1 - Slide
Leerdoelen van deze les
Aan het einde van deze les kun je de verschillende vormen van veiligheid benoemen
Aan het einde van deze les kun je benoemen wat bijdraagt aan veiligheid en onveiligheid voor cliënten en medewerkers
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe op een preventieve manier omgegaan kan worden met veiligheid
Slide 2 - Slide
Programma
Leerdoelen
Terugblikken op vorige les
Theorieles veilig werken
Zelfstandig werken
Slide 3 - Slide
Terugblik vorige les
Beantwoord in twee of drietallen de volgende vragen:
Welke drie vormen van uitgaven hebben we vorige les besproken?
Hoe kunnen jullie ervoor zorgen dat een cliënt zijn of haar schulden aanpakt?
Wat doet/is een deurwaarder?
timer
5:00
Slide 4 - Slide
Theorie les
Pak je aantekeningen/notities erbij
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Waar denk je aan bij veiligheid in de MZ?
Slide 7 - Mind map
Je hebt 3 soorten veiligheid:
Fysieke veiligheid is de veiligheid die betrekking heeft op het voorkomen van lichamelijke verwondingen.
Sociale veiligheid betekent dat iemand zich veilig voelt in de aanwezigheid van andere mensen, in een groep of openbare ruimte.
Emotionele veiligheid betekent een gevoel van geborgenheid, het gevoel dat iemand kan zijn wie hij is en beschermd wordt tegen negatief gedrag van anderen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Je neemt preventieve maatregelen om ongevallen te voorkomen.
Onveilige situaties kun je vanuit twee verschillende invalshoeken bekijken:
- persoonlijke veiligheid: van de individuele cliënt; Voorbeelden: Valpartijen, Letsel door voorwerpen, Verbranding, elektriciteit
-algemene veiligheid: van de organisatie, hoe je veilig kunt werken.
Maak gebruik van een veiligheidsprotocol, calamiteitenprotocol, BHV'er
Slide 12 - Slide
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
Hoe beter je de cliënten kent, hoe beter je onverwachtse situaties kunt voorspellen. Zo kun je de veiligheid van cliënten inschatten.
Factoren die meespelen als het gaat om veiligheid, zijn:
- de leeftijd van de cliënten;
- het ontwikkelingsniveau;
- de aanwezigheid van bijzonder gedrag;
- persoonlijke beperkingen.
Slide 13 - Slide
Belangrijke vragen zijn: - Welk gedrag kun je van deze cliënt in deze situatie verwachten? - Zijn er risico’s door het samenbrengen van deze personen? - Welke risico’s zijn er door hun beperkingen? Zijn er bijzondere aandachtspunten?
Je kunt een risico-inventarisatie op cliëntniveau maken, zodat je een overzicht krijgt van risico’s op onveiligheid van de cliënt.
Slide 14 - Slide
ALGEMENE VEILIGHEID
Veiligheidsprotocol: Methodische leidraad waarin staat hoe de veiligheid in de organisatie gewaarborgd wordt.
Calamiteitenprotocol: Voorschrift waarin stap voor stap staat beschreven hoe medewerkers moeten handelen bij
ongelukken, brand en ontruimingen.
Bedrijfshulpverlening: BHV. Hulp die wordt verleend bij ongewenste gebeurtenissen in een organisatie die de veiligheid en/of gezondheid van de werknemers, cliënten en andere aanwezigen bedreigen.
Taken BHV'er: - eerste hulp bij ongevallen; - beperken van de gevolgen van ongevallen; - beginnende branden bestrijden; - in noodsituaties alarmeren van alle aanwezige personen; - evacuaties leiden.
Slide 15 - Slide
Een ongeluk in een instelling moet je altijd melden, ook een bijna-ongeluk. Door het registreren en onderzoeken van alle meldingen weet de organisatie welke problemen er zijn.
Voor de registratie bestaan verschillende systemen, bijvoorbeeld een FOBO-regeling of MIP
FOBO = Fouten, Ongevallen en Bijna-Ongevallen.
MIP = Meldingen Incidenten Patiëntenzorg
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Leerdoelen van deze les
Aan het einde van deze les kun je de verschillende vormen van veiligheid benoemen
Aan het einde van deze les kun je benoemen wat bijdraagt aan veiligheid en onveiligheid voor cliënten en medewerkers
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe op een preventieve manier omgegaan kan worden met veiligheid