Bloemlezing SE4 (22/23)

Examentraining
KUDR M4
SE 4
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examentraining
KUDR M4
SE 4

Slide 1 - Slide

Programma 
1. Terugblik Schoolexamen
2. Nakijken eigen schoolexamen
3. Bespreken nagekeken schoolexamen
4. Maken sterkte/zwakte analyse
5. Afronden

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Ik weet welke begrippen ik nog lastig vind
Ik weet wat er goed en minder goed is gegaan op mijn toets
Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op een examenvraag
Ik begrijp hoe je begrippen toepast in een examenvraag met een nieuw voorbeeld

Slide 3 - Slide

Hoe ging SE 4?

Slide 4 - Mind map

2. Doornemen eigen examen
Neem eerst in stilte je eigen examen door
Wat valt je op?
Wat ging goed?
Wat ging minder goed?

Slide 5 - Slide

3. Bloemlezing
Nu gaan we antwoorden van gemaakte schoolexamen bespreken
Sommige vragen staan we wat langer bij stil - met bloemlezing vergelijken we antwoorden

Slide 6 - Slide

Vraag 1
Personage vs. naam acteur - waar wordt om gevraagd?

Als de naam van de acteur wordt genoemd, dan mag dat niet worden goed gerekend, omdat gevraagd wordt naar het personage. 

Slide 7 - Slide

Vraag 2 


Het gaat om perspectief makers
Wat betekent dit?

Slide 8 - Slide

Vraag 3
kijkrichting camera
beschrijven wat camera ziet

Slide 9 - Slide

Vraag 4
2of 3 zinnen, dus niet meer! (Nursima, Malak)
Helemaal goed antwoord: Houda
Geen omkering: Achraf

Slide 10 - Slide

Een voorbeeld van een verwijzing naar de werkelijkheid is OMKERING, dit betekent:
A
Het stuk begint bij het einde en we zien allerlei flashbacks tot de beginsituatie
B
De acteurs lopen en praten achterstevoren in een scene, bv. "Ollah laamella"
C
Het tegenovergestelde van de verwachting gebeurt, bv. de vader wordt boos omdat de zoon juist veel te vroeg thuis is
D
De acteurs spelen op de tribune en het publiek zit op het speelvlak

Slide 11 - Quiz

Vraag 5
Begrip spannend einde?

Slide 12 - Slide

Vraag 6
 Geef het vormgevingsmiddel eerst aan: decor, licht, muziek, rekwisiet/attribuut, geluid, kostuum
 En geef duidelijk voorbeeld uit fragment (pas op met ‘oude muziek’, probeer goed de sfeer te omschrijven)

(Niet volledig, dus gelijk 0 p): Nursima, Malak, Achraf
Volledig: Houda, Lara

Slide 13 - Slide

Vraag 8
Wat is een kunstdiscipline?

Wat is een theatervorm?

Slide 14 - Open question

Vraag 9
Wat is een maatschappelijk thema?

(vb Houda, Malak)

Slide 15 - Slide

Vraag 10
 Geef het vormgevingsmiddel eerst aan: decor, licht, muziek, rekwisiet/attribuut, geluid, kostuum
 En geef duidelijk voorbeeld uit fragment (pas op met ‘oude muziek’, probeer goed de sfeer te omschrijven)

(Niet volledig, dus gelijk 0 p): Nursima, Malak, Achraf
Volledig: Houda, Lara

Slide 16 - Slide

Vraag 11
Voorbeeld Houda

Slide 17 - Slide

Vraag 13
Doel/motief > verschil?

Antwoord Nursima + Lara - hebben het over lippen - is dit goed antwoord?
Houda antwoord als goed antwoor

Slide 18 - Slide

Vraag 14
Werkelijkheid/spelwerkelijkheid

Slide 19 - Slide

Vraag 16
weer soort vormgevingsmiddel

volledig: Houda, Malak

Slide 20 - Slide

Vraag 18
Wat is een motief?

Antwoord Houda, Malak goed
Antwoord Nursima, Achraf hiermee vergelijken

Slide 21 - Slide

Vraag 20
maximumscore 3
• In dialoogvorm geschreven én bevat 8 clausen 1
• Minstens één emotie wordt in een regieaanwijzing beschreven 1 --> wie heeft dit gedaan?
• Het bedrog wordt ontdekt 1

Waarvoor heb jij punten gekregen? Wat heb je laten liggen?

Slide 22 - Slide

Vraag 22
Theatervormen - welke heb je ook alweer?

Slide 23 - Slide

Vraag 23
Functies theater

Slide 24 - Slide

Vraag 25
Antwoorden met elkaar vergelijken

Slide 25 - Slide

Vraag 27
Mimevoorstelling?
(antwoord Nursima, Achraf: 0p)
(antwoord Malak, Houda, waarom hier wel punten)

Slide 26 - Slide

Vraag 28
werkelijkheid vs spelwerkelijkheid

Antwoord Malak over werkelijkheid helemaal compleet
Vergelijken met antwoorden Houda, Achraf
Let op! Antwoord Lara eerste deel alsnog 0 p

Slide 27 - Slide

Vraag 31
Karaktertrek

Vraag goed gemaakt. 

Slide 28 - Slide

Vraag 32
Handeling
(Antwoord Nursima = herhaling van vraag, pas hiermee op!)
(Antwoord Houda, Achraf > geen handeling)
(Antwoord Malak, Lara > volledig)

Slide 29 - Slide

Vraag 33
Theatervormen?

Slide 30 - Slide

Vraag 34
Slapstick-effect
Wat is slapstick?

Slide 31 - Slide

T/m hier se4

Slide 32 - Slide

3. Check leerdoelen
Ik weet welke begrippen ik nog lastig vind
Ik weet wat er goed en minder goed is gegaan op mijn toets
Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op een examenvraag
Ik begrijp hoe je begrippen toepast in een examenvraag met een nieuw voorbeeld

Slide 33 - Slide

Welke begrippen vind je nog lastig?

Slide 34 - Open question

Hoe wil je dat de lessen in periode 3 eruit zien?

Slide 35 - Open question

Aan welk onderdeel wil je extra aandacht besteden?

Slide 36 - Open question