2. Bloemlezing SE3 (24/25)

• Drama
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Bloemlezing

KUDR M4

SE 1/SE 2

Programma 

1. Terugblik Schoolexamen

2. Nakijken eigen schoolexamen

3. Bespreken nagekeken schoolexamen

4. Maken sterkte/zwakte analyse

5. Afronden

Leerdoelen

• Ik weet welke begrippen ik nog lastig vind
• Ik weet wat er goed en minder goed is gegaan op mijn toets
• Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op een examenvraag
• Ik begrijp hoe je begrippen toepast in een examenvraag met een nieuw voorbeeld

1. Hoe ging SE1/SE 2?

2. Doornemen eigen examen

• Neem eerst in stilte je eigen examen door
• Wat valt je op?
• Wat ging goed?
• Wat ging minder goed?

3. Bloemlezing

• Nu gaan we antwoorden van gemaakte schoolexamen bespreken
  
• Sommige vragen staan we wat langer bij stil - met bloemlezing vergelijken we antwoorden

Vraag 2

Dramatische tijd?

Hoe leg je dramatische tijd uit in je eigen woorden?

2. Dramatische tijd.

Wat is een goed antwoord?

1. Dramatische tijd is het deel van het verhaal waar conflict of probleem is, wanneer er actie is
2. In dat stukje speeltijd wordt er met emoties gespeeld
3. De tijd waarin de film zich afspeelt

Vraag 5

Wat is schakelen?

5. De actrice schakelt in dit fragment.
Leg daarna de schakel uit.

Wat is een goed antwoord?

1. Zij werd een beetje boos
2. Ze zegt op een normale toon dat ze moet overblijven, daarna antwoordt ze boos terug
3. Ze was eerst gestresst en daarna nam ze vrij rustig de telefoon op
4. De moeder brengt haar dochter naar school maar krijgt een telefoontje waar ze op dat moment niet veel zin in heeft

Vraag 8

Wat is denktekst?

8. Beschrijf de denktekst van Hannah tijdens dit fragment.
Wat is een goed antwoord?

1. Hannah weet dat de docent gelijk heeft
2. Waarom begint Juf Ank met het opnoemen van de ziektes van de kinderen
3. Waar heeft zij het over? Wat bedoelt ze?

Vraag 13

Status: hoog of laag?

Noem drie kenmerken hoe je deze status ziet

Wat is een goed antwoord

1. Ze staat met rechte rug
2. Praat Hannah na
3. Laat weten dat ze hoger is dan Hannah
4. Zegt dat ze heel veel weet vergeleken met Hannah

Vraag 15

Rolinterview

Vraag 16

Theatervorm: komedie

Kenmerken?

Vraag 18

Camerawerk > hoe maakt camerawerk duidelijk dat Hannah nieuwe luizenpluizer wordt? 

Hoe maakt camerawerk duidelijk dat Hannah nieuwe luizenpluizer wordt?

1. De camera wordt op Hannah gefocust
2. Zij kijkt zoals wat gebeurt hier
3. De camera is steeds op haar gericht
4. De camera is op haar ingezoomd en volgt elke beweging

Vraag 21

Hoge status met stemgebruik

Wat is stemgebruik? 

Tempo, toonhoogte, pauze

21. Beschrijf twee verschillende manieren van stemgebruik waarop Anton een hoge status inneemt.

1. Tempo, hij praat heel rustig en langzaam
2. Pauzes, hij heeft telkens korte pauzes tussen zijn zinnen
3. Hij neemt pauzes
4. De directeur praat erg op een langzaam tempo, hij praat langdradig

Vraag 24

Conflict

Motorisch moment

Wat hebben deze met elkaar te maken?

Vraag 26

Mise en scene

Contrast

Wat is contrast

Hoe kun je mise-en-scene beschrijven?

26. Hoe wordt dit contrast tussen de onschuld van Simba en de leugenachtigheid van Scar door de mise-en-scene benadrukt?

1. De onschuldigheid doordat Simba achter een vlinder aanrent
2. Ze lopen samen
3. Hij doet alsof erge dingen daar zijn en Simba gaat achter hem aan

Vraag 27

Voorbeeld denktekst Scar?

Vraag 29

Soorten theatervormgevingsmiddelen?

Soort + beschrijving scene

Noem drie soorten vormgevingsmiddelen en leg bij elk soort vormgevingsmiddel uit waardoor het de scene extra dramatisch maakt.

Wat is goed antwoord?

1. Decor, alle spullen op het podium die een omgeving maken

Vraag 30

Emoties?

Vraag 32

Innerlijk conflict?

32. Noem een innerlijk conflict van Simba die je ziet/hoort in het fragment.

Wat is een goed antwoord?

1. Of hij terug moet gaan, ja of nee

Vraag 33

Cliffhanger

T/m hier se1/se2

Nog vragen vergeten?

Willen jullie nog iets bespreken over toets?

Aan welk onderdeel/vraag wil je extra aandacht besteden?

4. Sterkte-zwakte analyse

• Wat zijn je sterke punten? Wat zijn je zwakke punten?
• Waar wil je aan werken deze periode?
• Wat wil je terugzien in de les?

5. Check leerdoelen

• Ik weet welke begrippen ik nog lastig vind
  
• Ik weet wat er goed en minder goed is gegaan op mijn toets
  
• Ik weet hoe ik een volledig antwoord geef op een examenvraag
  
• Ik begrijp hoe je begrippen toepast in een examenvraag met een nieuw voorbeeld
  

Welke begrippen vind je nog lastig?

Hoe wil je dat de lessen in periode 3 (examentraining) eruit zien?

Aan welk onderdeel wil je extra aandacht besteden?