3.4 Ruiken en proeven

3.4 Ruiken en proeven
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.4 Ruiken en proeven

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je leert hoe je reukzintuig in je neus en de smaakzintuigen op je tong samenwerken bij het beoordelen van je eten.
• Je kent de onderdelen en de werking van de neus.
• Je kent de onderdelen en de werking van de tong.
• Je kunt uitleggen hoe je iets proeft.
• Je kunt uitleggen hoe je verschillende geuren onderscheidt.

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Hoe ruik je?
  • Je ruikt met je reukzintuig

  • Het reukzintuig is deel van
     het neusslijmvlies

  • Geurstoffen komen via de 
     lucht bij het reukzintuig
Bron 2

Slide 4 - Slide

Elk geurdeeltje past precies op één receptor

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Hoe proef je eten?
  • Je tong is bedekt met kleine uitsteeksels, die noem je smaakpapillen.

  • Tussen de smaakpapillen liggen de smaakzintuigen
Smaakstof -> smaakzintuig -> impuls naar hersenen
Bron 3

Slide 7 - Slide

Vijf smaakzintuigen

                         Zoet
                                                                     Zout


Zuur
                                                                 Bitter

                        Umami (hartig)

Slide 8 - Slide

Proeven met smaak én geur
Als je eet, proef je veel meer dan
5 smaken.

Dat komt doordat je ook ruikt.

Bij proeven voegen je hersenen de informatie van de smaakzintuigen en het reukzintuig samen.

Hierdoor proef je wat je eet.

Slide 9 - Slide

Waardoor vind je iets lekker of vies?
Of je iets lekker vindt hangt af van de geur en de smaak, maar je gebruikt ook andere zintuigen:

  • Je lichtzintuigcellen
     (Ziet het er lekker uit?)
  • Je koude- en warmtezintuigen
     (Is het eten warm of koud?)
  • Je tastzintuigen
     
    (Hoe is de structuur?)
Bron 5

Slide 10 - Slide

Waardoor vind je iets lekker of vies?
Ook je eetgewoontes en ervaringen
spelen een rol bij wat je lekker vindt of niet. 

Jij bent niet gewend om bijvoorbeeld insecten te eten, terwijl dat in andere culturen heel normaal is.

Je smaak kan ook veranderen als je ouder wordt.

Slide 11 - Slide

Huiswerk ma 5 febr 4e lesuur
Aantekeningen 3.4 afmaken
Maken + nakijken opdr. 3 t/m 13.

12 febr 4e lesuur toets H3

Slide 12 - Slide