What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 5.2 | Regionale Verschillen
5.2 Regionale verschillen
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
5.2 Regionale verschillen
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Je kan het demografische transitiemodel toepassen
Waar in Duitsland groeit de bevolking en waar neemt die af?
Waardoor komt dit verschil?
Slide 2 - Slide
Twee Staten
Slide 3 - Slide
Begrippen
Vroeger twee
staten
/landen: BRD en DDR
BRD
kapitalistisch
: modern, vrijheid en rijk
DDR
communistisch
: ouderwets, dictatuur en arm
Slide 4 - Slide
Begrippen
In 1990 werd Duitsland weer één land
Grote verschillen tussen het oosten en het westen blijven
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Werkloosheid
Slide 9 - Slide
Werkloosheid
Bevolkingsontwikkeling tot 2030
Slide 10 - Slide
Wat valt je op als je de twee kaarten met elkaar vergelijkt?
Werkloosheid
Bevolkingsontwikkeling tot 2030
Slide 11 - Slide
Krimp in Oost-Duitsland
Vanaf 1990 sterke krimp
Rijke westen/arme oosten
Push
- en
Pullfactoren
Oudere mensen bleven achter
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Voorzieningen in Oost-Duitsland
Voorzieningen verdwijnen
Uitzondering in Oost-Duitsland?
Slide 14 - Slide
Krimp en groei
Afstotingsfactor
Slide 15 - Slide
Krimp en groei
Aantrekkingsfactor
Slide 16 - Slide
Krimp en groei
Bevolkingskrimp en nieuwe woningen?
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welke twee soorten bevolkingsgroei zijn er?
A
Sociale bevolkingsgroei
B
Natuurlijke bevolkingsgroei
C
Asociale bevolkinsgroei
D
Economische bevolkinsgroei
Slide 19 - Quiz
Wat is geboorteoverschot?
A
Er worden meer mensen geboren als dat er doodgaan.
B
Er worden minder mensen geboren als dat er doodgaan.
C
Er vestigen zich meer mensen dan dat er vertrekken
D
Er vertrekken meer mensen dan dat er zich vestigen
Slide 20 - Quiz
gastarbeider
A
Iemand die permanent in een ander land gaat wonen om er te werken.
B
Iemand die (tijdelijk) in een andere stad gaat wonen om er te werken.
C
Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen om er te werken.
D
Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen.
Slide 21 - Quiz
Wat is een vestigingsoverschot?
A
Als er meer kinderen geboren worden dan sterfgevallen
B
Als er meer kinderen geboren worden dan emigreren
C
Als er meer immigranten zijn dan sterfgevallen
D
Als er meer immigranten zijn dan emigranten.
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
More lessons like this
5.2 Regionale verschillen in Duitsland
September 2019
- Lesson with
11 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Les 5.2 | Regionale Verschillen
December 2022
- Lesson with
16 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
5.2 Regionale Verschillen
September 2023
- Lesson with
22 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
5.2 Regionale Verschillen
September 2022
- Lesson with
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
H5 P2 Regionale verschillen Duitsland
November 2022
- Lesson with
11 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
5.2 Regionale verschillen in Duitsland
September 2019
- Lesson with
10 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
5.2 Regionale verschillen in Duitsland
September 2024
- Lesson with
10 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Paragraaf 5.2 Regionale verschillen
17 days ago
- Lesson with
31 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4