NB pistachenoten

lesdoel
Om een tekst goed te snappen moet ik de betekenis van woorden kennen. Vandaag leer ik 10 nieuwe woorden.
1 / 37
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 37 slides, with text slides.

Items in this lesson

lesdoel
Om een tekst goed te snappen moet ik de betekenis van woorden kennen. Vandaag leer ik 10 nieuwe woorden.

Slide 1 - Slide

Lezen
Ik lees de tekst voor.

De onderstreepte woorden gaan wij bespreken.

Zijn er andere woorden die je niet snapt, zet daar een streep onder.

Slide 2 - Slide

iets niet kunnen missen of overslaan

Slide 3 - Slide

door veel mensen gekend zijn als

Slide 4 - Slide

iemand met een eigen bedrijf

Slide 5 - Slide

 iets dat gemaakt is of op het land gegroeid is en verkocht moet worden

Slide 6 - Slide

wensen, heel graag willen

Slide 7 - Slide

populair, in de mode

Slide 8 - Slide

iets wat in de mode is, iets wat ineens veel aandacht krijgt

Slide 9 - Slide

iemand die heel populair is op de sociale media en daardoor invloed heeft op hoe mensen denken en eruitzien

Slide 10 - Slide

 de persoon van wie iets is

Slide 11 - Slide

heel erg omhoog gaan (in prijzen)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

lesdoel
Ik snap de tekst nu goed en daardoor kan ik vragen beantwoorden over de tekst waarbij ik dieper na moet denken. Ik kan mijn antwoord in mooie zinnen en in mijn eigen woorden opschrijven.

Slide 23 - Slide

Over welke noten gaat het in regel 3 en 4?
1
Wat is er de laatste tijd met deze noot aan de hand?
2
Let op het woord daardoor in regel 4. Dit woord geeft een oorzaak aan.
In de zin voor dit woord lees je de oorzaak. In de zin die benint met het woord daardoor lees je het gevolg.
3

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Naar wie verwijzen de woorden Zij (regel 8) en haar (regel 9) en ze (twee keer in regel 9 en 10).
1
Wat betekent verlangen naar in regel 9?
2

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Kijk nog eens terug naar regel 12 en 13 van het stukje TikTok. Wat deden chocolade fans?
1
Wie ging de reep maken in Nederland?
Hoe lieten zij dat weten?
En wat deed Monica Geuze?
2

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Naar wie verwijst ze in regel 18?
1
Wanneer ga je in een rij voor de deur staan?
2

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Let op het woord en in regel 21. Dat woord geeft een opsomming aan. Hier worden de eerste twee problemen opgesomd.
1
Wat maken mensen met pistachenoten? Wat gebeurt daarmee?
2

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Wat lees je in regel 31 en 32 over pistachenoten en andere ongezouten noten?
1
Waar zitten pistache noten in of op?
2
Wat zegt Pascalle Stijger over die producten in regel 34 en 35?
3

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide