Woche 15

Woche 15, Stunde 1
Doel van de les: Je kunt een correcte zin met een keuzevoorzetsel schrijven. 

Opbouw van de les: We herhalen eerst de werkwoorden + naamval en dan de keuzevoorzetsels. Hier maken we een aantal oefeningen bij. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, je naamvallenstencil (of de Spickzettel achter in je Handbuch), de online versie van ons boek , eventueel je boek en een woordenboek 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woche 15, Stunde 1
Doel van de les: Je kunt een correcte zin met een keuzevoorzetsel schrijven. 

Opbouw van de les: We herhalen eerst de werkwoorden + naamval en dan de keuzevoorzetsels. Hier maken we een aantal oefeningen bij. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, je naamvallenstencil (of de Spickzettel achter in je Handbuch), de online versie van ons boek , eventueel je boek en een woordenboek 

Slide 1 - Slide

Hausaufgabe
Sieh auf Magister nach, ob du schon Feedback für deine Hausaufgabe bekommen hast. Drucke das Feedback aus und bewahre es auf. Dann kannst du damit für deinen Test üben. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Stappenplan werkwoord met naamval
Mein Bruder  | gratuliert | mein______ Freundin | zum Geburtstag. 

1. Is het zelfstandige naamwoord m, v, o of mv?
2. Staat er een woord uit de der-Gruppe of ein-Gruppe?
3. Staat er een werkwoord dat de naamval bepaalt?
--> Kies de juiste uitgang uit de tabel. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Üben
Ga nu naar Na Klar online -> Versterk jezelf -> Voorzetsels -> Keuzevoorzetsels en oefen de opdrachten die erbij horen. 



timer
10:00

Slide 6 - Slide

Beschreibe die Bilder in jeweils einem Satz. 

Slide 7 - Slide


Slide 8 - Open question

Noch Fragen?

Slide 9 - Mind map

Woche 15, Stunde 2
Doel van de les: Je kunt op een advertentie reageren en jezelf beschrijven. 

Opbouw van de les: Je werkt vandaag veel zelfstandig. Eerst herhalen we de keuzevoorzetsels. Daarna oefen je met de woordenschat van Lektion 6 (eigenschappen beschrijven) en maak je een schrijfopdracht, die je via Magister inlevert. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, je naamvallenstencil (of de Spickzettel achter in je Handbuch), de online versie van ons boek , je boek en een woordenboek. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide


Slide 12 - Open question

Beschreibe das Zimmer. Schreibe mindestens vier Sätze und benutze vier verschiedene Wechselpräpositionen (=keuzevoorzetsels).

Slide 13 - Slide

Wer liest seine Sätze vor? 

Slide 14 - Slide

Wortschatz und Schreiben
1. Mache auf Na Klar online die folgenden Aufgaben: Kapitel 2, Lektion 6, 50+52+53.

2. Mache in Kapitel 2, Lektion 6 die Aufgabe 54 (Seite 85 im Buch). Schreibe deinen Text auf dem Computer und gib ihn via Magister bei deiner Lehrerin ab. Benutze dein naamvallenstencil!! 

Slide 15 - Slide

Noch Fragen /
Anmerkungen?

Slide 16 - Mind map