do 3 dec 2020

Eisen voor de les
1. Handys gaat in de telefoontas. Anders moet je hem inleveren bij mij tot einde van de dag! 
2. Oortjes gaan uit en mogen alleen met mijn toestemming
3. Je hebt je laptop tijdens het lezen van een boek dicht! 
4. Je krijgt 1 waarschuwing. Bij de 2e moet je mijn lokaal verlaten
5. Als je eruit gestuurd wordt, moet je strafwerk een door mij te bepalen aantal keren opschrijven en naar NL vertalen: zie volgende sheet! 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 12 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Eisen voor de les
1. Handys gaat in de telefoontas. Anders moet je hem inleveren bij mij tot einde van de dag! 
2. Oortjes gaan uit en mogen alleen met mijn toestemming
3. Je hebt je laptop tijdens het lezen van een boek dicht! 
4. Je krijgt 1 waarschuwing. Bij de 2e moet je mijn lokaal verlaten
5. Als je eruit gestuurd wordt, moet je strafwerk een door mij te bepalen aantal keren opschrijven en naar NL vertalen: zie volgende sheet! 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Donnerstag, der dritte Dezember 
Ziel: Ik weet hoe je de CH uitspreekt bij bepaalde letters

  1. uitspraak: Kapitel 3 Lektion 2 Übung 2 tm 4
  2. lesen der Nussknacker Kapitel 3 en 4

  3. Zelfstandig werken

Hausaufgaben: Zie werkwijzer+ leerdoelenkaart+ Wörterliste! 

Slide 3 - Slide

Montag. der dreiβigste November
Ziel: Ik kan klokkijken en kan een tekst uit een boekje begrijpen. 

  1. Klokkijken uitleg
  2. boek: Der Nussknacker
  3. verder met het werk van de werkwijzer van SOM/TEAMS
  4. let op je inleveropdrachten: datum= op de werkwijzer
Hausaufgaben: Zie werkwijzer+ leerdoelenkaart + Wörterliste!

Slide 4 - Slide

uitlegfilmpjes/plaatjes/
quizvragen die horen bij deze les 

Slide 5 - Slide

woorden, die je moet vertalen in je groepje 
van Kapitel 2

betrachten/ Anzug/ Abendkleid/ 
hören auf (aufhören is het hele werkwoord) /
 Schachtel/ hässlich/ Spielecke/ weinen

Slide 6 - Slide

woorden, die je moet vertalen in je groepje 
van Kapitel 4
Rauch/ Zauberwald/ Wer bist du/ Fluch/ lächelt/
Schloss/ Schlitten/ Räume/ Es schneit/ Schlosstor/
Affen/ Bach/ freuen sich/ Aufführung

Slide 7 - Slide

woorden, die je moet vertalen in je groepje 
van Kapitel 3

gebrochen/ Kekse/ Küchen/riesig/ Geräusch/ Schwanz/ Kampf/ 
wach/ fangen an (van het ww anfangen)/ stark/ tapfer/ 
Hausschuh/ Spielzeugkanone

Slide 8 - Slide

uitlegfilmpjes/plaatjes van afgelopen lessen en periode om terug te kijken op de volgende pagina

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Wat zijn volgens jou de belangrijkste twee werkwoorden in het Nederlands?

Slide 14 - Open question

Hoe heten hebben en zijn in het Duits?
A
hebben en zijn
B
habben en zein
C
haben en sein
D
haben en seinen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

alles uit periode 1 komt hierna

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video

Slide 31 - Slide