Wanneer gebruik je welke vorm?
1. Ik-vorm
Als het onderwerp 'ik' is of als 'je' of 'jij' achter de pv staat.
2. Ik-vorm+t
Als het onderwerp 'jij', 'hij', 'zij', 'het' of 'u' is.
3. Hele werkwoord (wij-vorm)
Als het onderwerp meervoud is: 'wij', 'zij', 'jullie'