Herhalingsles H5

Welkom!

Neem rustig plaats en leg je boeken alvast op tafel
Geschiedenis
Maris College - Klas 2 - vmbo 
H1 Pruiken en revoluties
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Neem rustig plaats en leg je boeken alvast op tafel
Geschiedenis
Maris College - Klas 2 - vmbo 
H1 Pruiken en revoluties

Slide 1 - Slide

Kritiek op de kerk
In 1511 kwam Duitse monnik Maarten Luther terug van zijn reis naar Rome

  • Hij was boos en teleurgesteld in de katholieke kerk, de paus en de geestelijken
  • Zij genoten namelijk van een luxe leven en hielden zich niet aan alle afspraken
  • Aflaatbrieven: brieven die je kon kopen van een geestelijken, en daarmee zouden als je zonden vergeven zijn, en kwam je in de hemel

Slide 2 - Slide

95 stelling Luther
  • Luther vond dat de katholieke kerk weer eenvoudig moest worden, net zoals in de begintijd van de christelijke religie

  • 1517 schrijft Luther een brief aan een bisschop vol met kritiek op de kerk
  • 95 stellingen van Luther
  • Spijkert deze brief op de deur van de katholieke kerk

    Een paar standpunten van Luther:
  • Tegen de verering van heiligen
  • Mensen moesten zelf de bijbel lezen

Slide 3 - Slide

Luther uit de kerk
  • De paus was woedend over de 95 stellingen van Luther en eiste dat hij zijn kritiek terug nam
  • Luther weigerde -- werd uit de kerk gezet door de paus

  • 1521: Luther moest verschijnen voor de keizer -- weer werd hem gevraagd om zijn kritiek terug te nemen
  • Luther weigerde weer -- werd vogelvrij verklaard
  • Iedereen mocht Luther nu vermoorden

  • Later kreeg Luther bescherming van zijn vorst, Frederik van Saksen
  • Luther vertaald de Bijbel in het Duits
  • Boekdrukkunst: teksten kunnen drukken met losse letters (vroege versie van kopieer machine)
  • Hierdoor werd de vertaalde Bijbel snel verspreid

Slide 4 - Slide

Katholieken en protestanten
  • Er waren veel mensen die begonnen met protesteren tegen de katholieke kerk
  • Op veel plaatsen van Europa gingen christenen zich afscheiden van de katholieke kerk
  • Zij werden protestanten genoemd

  • De splitsing van de kerk wordt ook de Hervorming of de Reformatie genoemd. (Beide betekenen grote verandering)

Slide 5 - Slide

Katholieken en protestanten
Protestanten:
  • Geen heiligen vereren
  • Hadden geen monniken 
  • Gebruikte eenvoudig, ingerichte kerkgebouwen
  • Benoemde zelf hun dominee


  • Veel Nederlandse protestanten waren aanhanger van Johannes Calvijn -- hierdoor ontstond de stroming van het Calvinisme 

    Calvinisme:
  • Eenvoudig leven
  • Hard werken
  • Vaak de Bijbel bestuderen

Slide 6 - Slide

Godsdienstenoorlog
Door de hervorming ontstonden er overal in Europa oorlogen tussen katholieken en protestanten

  • Godsdienstoorlogen

Slide 7 - Slide

Godsdienstenoorlog
Met name Keizer Karel V (keizer van het Duitse Rijk voerde veel oorlogen tegen Protestanten:

  • In de Nederlanden vervolgde hij protestanten door ze op te sporen en gevangen te nemen 
  • Het protestantse geloof werd op veel plekken verboden

Slide 8 - Slide

Het ontstaan van protestanten kerken
  • Hoe reageerden de katholieke machthebbers?
    Ze probeerden het protestantisme tegen te gaan door bijvoorbeeld protestanten te laten opvolgen

  • Hoe ontmoetten de protestanten elkaar?
    Ze mochten geen kerk -- gingen in de open buitenlucht kerkdiensten houden (Hagenpreken)

  • Hoe kon het protestantse geloof zich zo snel verspreiden?
    Boekdrukkunst

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De Nederlanden
  • Karel V was de vorst van Nederland
  • Hij regeerde vanuit zijn paleis in Brussel (centralisatie)

  • Karel V kwam daardoor eigenlijk nooit in de Noordelijke gewesten
  • Stadhouder: 
    Vertegenwoordiger van de vorst in een gewest, mocht ook adviezen geven aan de vorst
  • Hoge edelen met invloed op het bestuur

  • NederlandEN omdat er niet één Nederland is, maar veel kleine landjes (gewesten) die samenwerken
  • 17 gewesten
  • Brabant, Holand en Vlaanderen

De Nederlanden 1550

Slide 14 - Slide

De Nederlanden
  • In 1555 werd Karel V opgevolgd door zijn zoon Filips II

  • Hij benoemde Willem van Oranje tot stadhouder van de gewesten Holland, Zeeland en Utrecht

  • Filips II regeerde op dezelfde manier als zijn vader; staatsvorming en centralisatie

Slide 15 - Slide

De Nederlanden
  • Doordat Filips II regeerde als zijn vader, had hij ook ambtenaren die hij betaalde
  •  Deze konden ze namelijk zelf benoemen en ook weer ontslaan als ze niet luisterde naar de vorst

  • Filips II wilden staatsvorming en centralisatie -- edelen kregen hierdoor minder te zeggen -- ontevredenheid bij edelen

  • Filips II ging door met vervolgen van protestanten
  • Burgers waren boos en waren ontevreden
  • Veel ontevredenheid bij burgers over vervolgingen en over de centrale bank
  • Steden kregen minder vrijheid om hun eigen zaken te regelen

Slide 16 - Slide

Het begin van de Opstand
Fillips II was vorst van de Nederlanden, en koning van Spanje

1559: Margretha van Parma (zus) wordt benoemd tot landvoogdes: plaatsvervanger  van de Nederlanden

1566: Protestantse dominee in Vlaanderen houdt felle preek tegen de katholieke kerk en de verering van heiligen

Na afloop ging hij met al zijn aanhangers naar een katholiek klooster en vernielden alle beelden van heiligen

Meer protestanten gingen dit nu ook nadoen'
Veel katholieke kerken worden verwoest
= Beeldenstom

Slide 17 - Slide

Het begin van de Opstand
Filips II was woest over de Beeldenstorm
Hij stuurt Spaanse hertog Alva naar de Nederlanden om de rust weer te herstellen
Alva wordt nu landvoogd over de Nederlanden
- daders te straffen
- protestantisme te vernietigen

Veel protestanten gaan op de vlucht

Slide 18 - Slide

Zuid-Nederlandse vluchtelingen
Met name in de gewesten Holland en Zeeland ging het goed

Hoe kwam dit?
  • Handel via de Noordzee
  • Geen last van de 0orlog in de Zuidelijke Nederlanden -- Spanjaarden waren daar nog de baas
  • Gevolg: meer dan 100 000 Zuid-Nederlanders vluchten naar de Republiek toe

Waarom vluchten zoveel Zuid-Nederlanders naar de Republiek?
  • Protestants
  • Oorlogsgeweld

Slide 19 - Slide

Veel werk
De Zuid-Nederlandse migranten kwamen vooral terecht in het gewest: Holland

  • Een migrant is iemand die naar een ander land verhuist
  • De migratie zorgde voor veel extra geld, kennis en werkgelegenheid 

  • De Republiek groeit uit tot een van de rijkste landen ter wereld!

Slide 20 - Slide

Veel werk
Er kwam vooral veel werk in:
  • Landbouw
  • Scheepbouw en op
  • Handelsschepen

  • De Republiek kent een bloeiende economie; (bijna) iedereen heeft werk en er zijn ontzettend veel producten te krijgen

Slide 21 - Slide

Veel werk
Hierdoor emigreerden er een hoop mensen vanuit Scandinavië en Duitsland naar de Repbliek 

Waarom?
  • Ze werden in de Republiek beter betaald dan in hun eigen land

  • Ze verhuisden van hun eigen land naar de Republiek, ze zijn dus emigranten

Slide 22 - Slide

Mogen geloven wat je wilt
  • In de Republiek was er meer vrijheid dan in andere landen
  • voorbeeld: verboden boeken

  • Calvinisme was de staatsgodsdienst in de Republiek
  • Er was geen godsdienstvrijheid maar wel gewetensvrijheid

  • Dit betekende je mocht overal in geloven maar je mocht het niet publiekelijk uiten
  • Katholieken mochten geen kerken hebben


Slide 23 - Slide

Portugese ontdekkers
  • Vanaf de tijd van de kruistochten gingen veel Europeanen naar Indië om specerijen te kopen
  • Nootmuskaat, kruidnagel, peper en plantaardige smaakstoffen

  • Vervolgens namen zij de specerijen weer mee naar Europa
  • In Europa werden de specerijen doorverkocht voor heel veel geld
  • Deze specerijen waren in Europa heel duur -- waarom?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Portugese ontdekkers
  • In de 15e eeuw wilden de Portugezen zelf de specerijen in Indië gaan halen
  • Ze gingen op zoek naar hun eigen zeeroute langs de west- en oostkust van Afrika
  • Vasco da Gama

  • De Portugezen stichten handelsposten aan de kust van Afrika en Azië
  • Vanuit daar drijven ze handel met de plaatselijke bevolking 
  • Ze brachten de gekochte producten naar Lissabon en verkochten deze daar met veel winst

  • Zo ontstond de Europese expansie  

Slide 32 - Slide

Christoffel Columbus
  • Italiaanse zeeman 
  • Zee bestaat uit zeemonsters, gevaarlijke draaikolken en kokende zeeën 

  • Spanjaarden wilden ook een eigen route naar Indië
  • Christoffel Columbus krijgt de opdracht in 1492 om een andere zeeroute te vinden naar Indië
  • Drie schepen over Atlantische Oceaan
  • Amerika i.p.v. Indië 
  • Bewoners worden Indianen genoemd

  • Na deze ontdekking, kwamen er veel veroveraars naar Amerika toe
  • Op zoek naar goud
  • Indianen worden uitgemoord of sterven door ziektes

Slide 33 - Slide

Indianen
  • Een deel van indianen leven in landbouwsamenleving
  • Andere deel in landbouw stedelijke samenleving -- hadden eigen cultuur
  • Azteken & Inca's 
  • Veel ontdekkers komen naar Amerika
  • Goud
  • Spanjaarden worden de baas van de Indianen
  • Indianen worden vermoord of sterven aan ziektes

Slide 34 - Slide

Kolonies
  • Na veroveraars komen missionaren & kolonisten naar Amerika
  • Stichten kolonies: land dat wordt overgenomen en onderdeel wordt van een ander land
  • Spanjaarden vernielen alles van de Indianen: tempels en godenbeelden
  • Dwingen Indianen om katholiek te zijn 
  • Dwingen Indianen om als slaaf te werken in de goud en zilvermijn én op plantages

Slide 35 - Slide

Driehoekshandel
  • Plantages: 'landbouwbedrijven' die een gewas verbouwen zoals: suiker, cacao en tabak
  • Indianen kunnen zware werk niet aan
  • Afrikanen worden uit Afrika gehaald om te werken op plantages (slaven)
  • Trans-Atlantische slavenhandel
  • Afrikanen worden slecht behandeld...

Slide 36 - Slide

Fort Elmina
  • 1482 bouwden de Portugezen handelspost Elmina in Ghana
  • Goud en slaven kopen van Ghanese handelaren
  • 1637 veroverd Nederland Elmina van de Portugezen
  • Slavenhandel
  • 3000 Afrikanen per jaar in schepen van Elmina naar Amerika
  • 1814 wordt slavenhandel 'afgeschaft'

Slide 37 - Slide