H10.4 geslachtelijke voortplanting bij planten + oefenvragen

Hoofdstuk 10 Voortplanting
 
Biologieboek B


na de 5 min:
zit je op je plek 
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00
1 / 49
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 10 Voortplanting
 
Biologieboek B


na de 5 min:
zit je op je plek 
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Voortplanting bij bloemen
KLas 4B   10.5 in boek B

Slide 2 - Slide

Waarom heeft een plant bloemen?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoe komen de stuifmeelkorrels op de stamper?
.
.
2 manieren

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe weet je dus het verschil tussen 

windbloemen en insectenbloemen?

Slide 10 - Slide

aan de slag met H10.5
opdrachten 1 t/m 8

opdrachten 9 t/m 13

Nakijken niet vergeten!

Klaar?  Dan maak je "zelf samenvatten" H10

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

De overdracht van stuifmeel naar de stamper van een bloem is
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Zaadverspreiding
D
Voortplanting

Slide 17 - Quiz


Hoe heet nummer 2?
A
Stamper
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 18 - Quiz

Een stuifmeelkorrel is:
A
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
B
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
C
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
D
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.

Slide 19 - Quiz

Windbloemen maken veel stuifmeel dat erg licht is.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat krijgt dit
insect
op zijn lijf?
A
nectar
B
de stamper
C
meeldraden
D
stuifmeel

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

verschil windbloemen en insectenbloemen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

verspreiden van zaden

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

1 jarige levenscyclus

Slide 28 - Slide

Aan de slag H 10.4
H 10.4: opdracht 5, 6, 7, 9 t/m 13, 18, 20, 22, 23, tekst blz. 60

Slide 29 - Slide

Hoofdstuk 10 Voortplanting
 
Biologieboek B


na de 5 min:
zit je op je plek 
boek en pen op tafel
telefoon op stil en in de tas
timer
5:00

Slide 30 - Slide

Voortplanting bij bloemen
 10.5 in boek B

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Aan de slag H 10.4 en 10.5
H 10.4: opdracht 5, 6, 7, 9 t/m 13, 18, 20, 22, 23, tekst blz. 60
H 10.5: opdrachten 2,  3 t/m 6 doorkijken,  7, 9, 11, 12, 13

Slide 36 - Slide

De overdracht van stuifmeel naar de stamper van een bloem is
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Zaadverspreiding
D
Voortplanting

Slide 37 - Quiz

Wordt door het verstoppen van de houtvaten het transport van water geremd? En wordt het transport van mineralen geremd?
A
Het transport van water en van mineralen wordt niet geremd.
B
Alleen het transport van water wordt geremd.
C
Alleen het transport van mineralen wordt geremd.
D
Zowel het transport van water als van mineralen wordt geremd.

Slide 38 - Quiz

Door gangen te boren in de stengel van een maïsplant verstoren de rupsen het vervoer van water, mineralen en suikers.
Verstoren de rupsen zo het vervoer in de bastvaten? En in de houtvaten?
A
alleen in de bastvaten
B
alleen in de houtvaten
C
in de bast en houtvaten
D
beide niet

Slide 39 - Quiz

De groene bessen van een aardappelplant hebben zich uit de stamper ontwikkeld.

Uit welk deel van de stamper groeit zo’n bes?
A
Stempel
B
Stijl
C
Vruchtbeginsel
D
Blad

Slide 40 - Quiz


Hoe heet nummer 2?
A
Stamper
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 41 - Quiz

Een stuifmeelkorrel is:
A
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
B
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
C
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
D
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.

Slide 42 - Quiz

De kamperfoelie heeft witte bloemen. Welk proces kan alleen optreden in de groene delen van de kamperfoelie, maar niet in de witte?

Slide 43 - Open question


Hoe heet nummer 5?
A
Stamper
B
Stempel
C
Baarmoeder
D
Vruchtbeginsel

Slide 44 - Quiz

Hoe heet deel 2?
A
stempel
B
stijl
C
vruchtbeginsel
D
stamper

Slide 45 - Quiz

Waaruit bestaat de stamper?
A
vruchtbeginsel, helmknop en stijl
B
stijl, vruchtbeginsel en stuifmeel
C
stijl, vruchtbeginsel en kroonbladeren
D
vruchtbeginsel, stijl en stempel

Slide 46 - Quiz

Windbloemen maken veel stuifmeel dat erg licht is.
A
waar
B
niet waar

Slide 47 - Quiz

Wat krijgt dit
insect
op zijn lijf?
A
nectar
B
de stamper
C
meeldraden
D
stuifmeel

Slide 48 - Quiz

Aan de slag:
Lees en maak je leerdoelen in je Portal. Zorg ervoor dat je Module 10.5 Voortplanting zonder bloemen volledig doorneemt:
Lezen: Neem de theorie goed door om de basis te begrijpen.
Maken: Werk de opdrachten stap voor stap uit.
Oefenen: Herhaal de oefeningen om de stof beter onder de knie te krijgen.

Maak het onderdeel "Test jezelf" om te checken of je alles begrijpt.

Als je ergens tegenaan loopt of iets niet begrijpt, stel gerust vragen!
Je docent staat klaar om je te helpen.
                                                                                             Succes!


Slide 49 - Slide