3.3 Reactievergelijking les 1

H3: Moleculen en atomen
  • 3.1 Formules van stoffen
  • 3.2 Periodiek systeem
  • 3.3 Reactievergelijking
  • 3.4 Soorten reacties
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3: Moleculen en atomen
  • 3.1 Formules van stoffen
  • 3.2 Periodiek systeem
  • 3.3 Reactievergelijking
  • 3.4 Soorten reacties

Slide 1 - Slide

Wel stroom te geleiden
Niet stroom te geleiden
Vaste ijzer
Vloeibaar kwik
Gesmolte keukenzout (NaCl)
Gesmolte suiker (C6H12O6)
Opgelost suiker (C6H12O6)
Vast suiker (C6H12O6)
Vast keukenzout (NaCL)
Opgelost keukenzout (NaCl)

Slide 2 - Drag question

Leerdoelen  3.3 Reactievergelijking
  • 1. Je kan een reactievergelijking opstellen aan de hand van een   reactieschema.

  • 2. Je kan een reactievergelijking kloppend te maken.


 





Slide 3 - Slide

Soorten  reacties
grofweg bestaan er 3 soorten reacties:
  • 1. ontledingsreactie:
    één beginstof-> meer eindproducten  
  • 2. verbrandingsreactie:
     beginstof+zuurstof-> eindproduct(en) 
  • 3. overige vormingsreacties:
    twee of meer beginstoffen-> reactieproduct(en)

Slide 4 - Slide

+
+
Reactieschema van de fotosynthese
Glucose
Water
Licht
Koolstofdioxide
zuurstof

Slide 5 - Drag question

Reactieschema's
Je ziet nu hoe een reactie verloopt, alleen nog niet hoeveel van de stoffen verbruikt wordt. 
Wet van behoud van massa is hier
ook van toepassing

Slide 6 - Slide

Reactieschema of reactievergelijking?
Reactieschema:

Een reactieschema is in woorden. 
Reactievergelijking

Een reactievergelijking is in formules. 

Slide 7 - Slide

Reactieschema naar reactievergelijking
Een reactievergelijking:
  • geeft in formules aan welke stoffen met elkaar reageren en welke producten er ontstaan;
  • geeft de verhouding waarin deeltjes reageren/ontstaan.
  • wet van atoombehoud: aantal atomen voor de reactie moet gelijk zijn aan atomen na de reactie

Slide 8 - Slide

Weet je nog? 

Index: Het kleine getal in de molecuulformule --> 2 in H2O
Coëfficiënt: Het getal voor de molecuulformule, 2 in 2H2O 

Atomen zijn alleen, behalve sommige atomen, die zijn altijd met z'n tweeën: Claudia Fietst In Haar Ondergoed Naar Breda of BrINClHOF
          
           Cl2(g) F2(g) I2(s) H2(g) O2(g) N2(g) Br2(l)   

Slide 9 - Slide

Reactieschema
In een reactieschema staan ook de fases van de stoffen:
vaste stof                                 krijgt als symbool              (s)
vloeistof                                    krijgt als symbool              (l)
gas                                               krijgt als symbool              (g)
opgeloste stof in water      krijgt als symbool               (aq)
Dus met faseaanduidingen wordt het reactieschema dan:
methaan (g)   +   zuurstof (g)   ->   koolstofdioxide (g) +  water (g)

Slide 10 - Slide

Wet van atoombehoud
Waarom? Er kunnen geen atomen overblijven of verdwijnen bij een chemische reactie want kleinst mogelijke bouwsteen

Wat?
            - Kunnen geen atomen verdwijnen of uit niets ontstaan
            - Links en rechts van pijl zijn evenveel atomen per soort
            - moleculen veranderen wel
Hoe? Reactievergelijking = kloppend reactieschema in formuletaal


Slide 11 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
Dus voor en na de pijl moeten er evenveel atomen van elk atoomsoort zijn. En nu is dat nog niet het geval:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)
Voor de pijl staat nu in totaal: 1x C , 4x H en 2x O
Na de pijl staat nu in totaal: 1x C , 2x H en 3x O
Je moet dit nog "kloppend maken"

Slide 12 - Slide

Kloppend maken
1) Schrijf elk atoomsoort onder elkaar op.
2) Noteer hoeveel je er zijn van elk atoomsoort.
3) Begin met atoomsoorten die slechts een keer per kant voorkomen.
4) Doe het atoomsoort die op de meeste plekken voorkomt het laatst.

Je mag de molecuulformule en indexen nooit veranderen alleen de coëfficiënten
Controleer op het einde natuurlijk ALTIJD of alles klopt!

Slide 13 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
In de vorige slide zag je dat de atomen niet in dezelfde aantallen vóór en na de pijl aanwezig zijn. Je moet nog puzzelen om dit "kloppend te maken". Dus aantal moleculen veranderen zodat alles klopt.
                   CH4         +       2 O2                    ->                  CO2           +            2 H2O

C-atoom:  1                                                       C-atoom:      1
H-atoom:  4*1 = 4                                          H-atoom:                                      2*2        = 4
O-atoom:   2*2 = 4                                         O-atoom:     2                +            2*1         = 4                                  
Atoom-    aantal atomen voor de pijl                  aantal atomen na de pijl
soort

Slide 14 - Slide

Oefenen 
Stappen:
1. reactieschema in woorden:
2. Schrijf formules stoffen op:
3. Tel aantal atomen voor en na pijl:
4. Maak de reactie kloppend door getallen 
voor formules te zetten:
5. Schrijf kloppend reactieschema met 
achter elke formule fase van stof

Slide 15 - Slide

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl: van elke atoomsoort evenveel atomen 
  • Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (index)
  • Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je   alle getallen (coëfficiënten) keer 2 
  • de coëfficiënten moeten de kleinst mogelijke hele getallen zijn. 


Zelf oefenen met de link 

Slide 16 - Slide

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt

Slide 17 - Open question

Schrijf 1 of 2 dingen op die je deze les nog niet zo goed begrepen hebt

Slide 18 - Open question

oefenen
https://phet.colorado.edu/sims/html/balancing-chemical-equations/latest/balancing-chemical-equations_nl.html 

Slide 19 - Slide

Aan de slag!

Maak van paragraaf 3.3
opdracht: 30 t/m 38 

eerste 10 minuten in stilte


timer
10:00

Slide 20 - Slide