Week 11 - cursus Spelling

Week 11 - cursus Spelling
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 11 - cursus Spelling

Slide 1 - Slide

Welkom th1a!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:
- Nieuw Nederlands
- je schrift en een pen
- je leesboek. 
- leesmapje met je artikel over babbeltruc
- je laptop (deze nog even dicht houden)

Je kunt meteen starten met lezen in je leesboek.



maandag 30 september 2024

Slide 2 - Slide

Na deze les:
kun je hoofdletters en leestekens correct gebruiken.
Planning van deze les:
  • Lezen in je leesboek - ongeveer ca. 10 minuten.
  • Onbekende woorden uit krantenartikel over babbeltruc doornemen - ongeveer 5 minuten.
  • Taalvoutje van de week.
  • Uitleg lesstof cursus 7 Spelling, §1. - 10 minuten
  • maken opdrachten 1 t/m 5 van §1 

Slide 3 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Slide 4 - Slide

'Taalvoutje' van de week
Welke taalfouten zie je?
  • uitlaadplaats = uitlaatplaats
  • hondenuitlaatplaats
  • Punt aan einde van de zin.

Slide 5 - Slide

Artikel over babbeltruc.
Vul jouw onbekende woorden in en de betekenis die je hebt gevonden. Je hebt hiervoor 2 minuten de tijd.

Slide 6 - Mind map

Planning cursus 7 - Spelling
De komende paar weken doen we cursus 7 - Spelling, 
§1 tot en met §7. 

Vandaag doen we §1 - Hoofdletters en leestekens.

Zoek de cursus zelf op in je leerwerkboek Nieuw Nederlands.

Slide 7 - Slide

§ 1 Hoofdletters en leestekens - Blz. ?

Lesdoelen:

  • Je leert wanneer je een hoofdletter moet schrijven;
  • Je leert wanneer je een punt, uitroepteken of vraagteken gebruikt.

Slide 8 - Slide

Wanneer een hoofdletter?
  • Aan het begin van een zin;
  • Bij namen (Tom, Nynke de Wit, Sinterklaas, Tilburg, Stationsstraat, de Maas, Hema); 
  • Woorden die van namen afgeleid zijn (Haarlemse boekhandel, Noord-Hollandse, Grieks).
  • Maar ook een hoofdletter bij:
  • Feestdagen (Kerstmis, Pasen, Moederdag, Suikerfeest);
  • Historische gebeurtenissen (de Tweede Wereldoorlog, de Watersnoodramp).

Slide 9 - Slide

Achternamen met tussenvoegsels
  • Tussenvoegsels zoals van, de, van de, van der, schrijf je zonder hoofdletter  als de voornaam of voorletter ervoor staat: 
  • Frank van der Meij, F. van der Meij, Anwar el Hankouri, meneer J. de Jong

  • Als er geen voornaam of voorletter voor staat, krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter:  meneer Van der Meij, mevrouw El Hankouri. 
  • Dus niet: meneer Van Der Meij of meneer van der Meij

  • Let op: de verkorte vormen 't en 'd worden altijd als kleine letter geschreven:
    Maarten 't Hart, meneer 't Hart, mevrouw d'Hondt

Slide 10 - Slide

Let op: de tussenvoegsels van de meisjesnaam van een getrouwde vrouw schrijf je altijd met een kleine letter.

  • Mirjam van der Plas-de Waard
  • Mevrouw Van der Plas-de Waard

Slide 11 - Slide

Wanneer geen hoofdletter?
  • Dagen (vrijdag)
  • Maanden (november)
  • Seizoenen (herfst)
  • Windstreken (noordoost, zuiden)

Zie theorie (groene tekst op blz. 228)

Slide 12 - Slide

Met of zonder hoofdletter?
A
de volkskrant
B
de Volkskrant

Slide 13 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag

Slide 14 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 15 - Quiz

Leestekens I

Een punt gebruik je bij gewone zinnen:


De winter begint op 21 december.
Het meisje rent door het bos.
Volgende week begint de vakantie.

Slide 16 - Slide

Leestekens II

Zet na een vraag een vraagteken.


Doe jij de deur even open?
Wil je ook wat drinken?
Hoe laat ben je vandaag vrij?

Slide 17 - Slide

Leestekens III

Geef met een uitroepteken je zin extra nadruk.


Pas op voor die auto!

Houd nog toch eens een keertje je mond!

Te gek! We gaan op vakantie naar Thailand!

Slide 18 - Slide

Zelf aan de slag
WAT?     Cursus 7 Spelling
                §1 Hoofdletters en leestekens
                 Maken opdracht 1 t/m 5

HOE?    Opdracht 1 doen we samen, de rest doe je zelfstandig. 
                
TIJD       
--> Huiswerk voor woensdag 13 november a.s.


timer
15:00

Slide 19 - Slide

Je kunt/weet nu:

  • hoofdletters in zinnen en punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier te gebruiken.

  • hoofdletter bij namen op de juiste manier te gebruiken

Slide 20 - Slide

Volgende les woensdag 13 november
Huiswerk:

  • Zorg dat je een podcastgesprek met je buur hebt voorbereid. Zie stappenplan in Magister bij 13 november.
  • Maken opdrachten 2 t/m 5 van cursus Spelling §1 (indien nog niet afgemaakt in de les).




Slide 21 - Slide

Welkom th1a!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:
- Nieuw Nederlands
- je schrift en een pen
- je leesboek. 
- leesmapje 
- je laptop (deze nog even dicht houden)

Je kunt meteen starten met lezen in je leesboek.



maandag 30 september 2024

Slide 22 - Slide

Na deze les:
  • kun je -d en -t correct gebruiken;
  • heb je een podcastgesprek een één minuut laten horen
Planning van deze les:
  • Lezen in je leesboek - ongeveer ca. 10 minuten.
  • podcastpresentaties  (live voor de klas of afspelen).

Slide 23 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Slide 24 - Slide

Huiswerk voor vandaag was
Maak opdrachten 2 tot en met 5 van Cursus 7 - Spelling, §1, blz. 228. 
Dat kon ook op je laptop.

Slide 25 - Slide

Presentaties podcast
1 minuut per gesprek 
  • Maak in het begin van de uitzending duidelijk wat het onderwerp is.
  • Begin de uitzending met jullie voor te stellen.
  • Spreek duidelijk verstaanbaar.

De luisteraars geven feedback en noemen tips en tops.


Slide 26 - Slide

§2 -d en -t

Slide 27 - Slide

Zelf aan de slag
WAT?     Cursus 7 Spelling
                §2 -d en -t
                 Maken opdracht 1 t/m 6

HOE?    Zelfstandig op je laptop of in je schrift.                
TIJD     15 minuten
Klaar?   Lees de theorie van §3 door en start met maken opdrachten   



timer
15:00

Slide 28 - Slide

Je kunt/weet nu:

hoofdletters in zinnen, leestekens, -d en -t op de juiste manier te gebruiken.

Slide 29 - Slide

Volgende les donderdag 14 november
4e uur - Burgerschap - Week van respect 2024 Huygens College
5e uur: verder met cursus spelling §2 -d en -t, §3 Bijvoeglijk naamwoord

Slide 30 - Slide

Welkom th1a!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:
- Nieuw Nederlands
- je schrift en een pen
- je leesboek. 
- je laptop (deze nog even dicht houden)

Je kunt meteen starten met lezen in je leesboek.



maandag 30 september 2024

Slide 31 - Slide

Na deze les:
  • kun je -d en -t correct gebruiken;

Planning van deze les:
  • Lezen in je leesboek - ongeveer ca. 10 minuten.
  • Uitleg cursus Spelling, §2 en herhaling §1 Hoofdletters.
  • maken opdrachten 1 t/m 6 van §2
  • Kijken naar het Jeugdjournaal.

Slide 32 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Slide 33 - Slide

Herhaling: wanneer een hoofdletter?
  • 24 uur geleden waren we nog  in New York. Goed of fout?
  • Goed, want als een zin begint met een cijfer, dan krijgt het eerstvolgende woord geen hoofdletter. 
  • 's Avonds kijk ik vaak een film. Goed of fout? 
  • Goed, want als een zin begint met een apostrof, dan krijgt het eerstvolgende volledige woord een hoofdletter. 
  • Volgende maand vieren we kerstmis. Goed of fout? 
  • Fout, want Kerstmis is een feestdag en dat schrijf je met een hoofdletter. 

Slide 34 - Slide

Herhaling: wanneer een hoofdletter?
  • Aan het begin van een zin; uitzonderingen zijn cijfer
  • Bij namen 
  • Woorden die van namen afgeleid zijn (Haarlemse boekhandel, Noord-Hollandse, Grieks).

Slide 35 - Slide

Maar ook een hoofdletter bij:

  • Feestdagen (zoals Kerstmis, Pasen, Moederdag, Suikerfeest);
  • Historische gebeurtenissen (de Tweede Wereldoorlog, de Watersnoodramp).

Slide 36 - Slide

Achternamen met tussenvoegsels
  • Tussenvoegsels schrijven we met een kleine letter, tenzij er geen voornaam of voorletter voor staat, in dat geval krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter. Initialen (= alleen de eerste letter van een voornaam) schrijven we ook met hoofdletters.
  • --> Hendrik de Jong, meneer H. de Jong, meneer De Jong, mevrouw Van der Pol, G.A. de Ridder.
  • Let op: de verkorte vormen 't en 'd worden altijd als kleine letter geschreven: Maarten 't Hart, meneer 't Hart, mevrouw d'Hondt

Slide 37 - Slide

Let op: de tussenvoegsels van de meisjesnaam van een getrouwde vrouw schrijf je altijd met een kleine letter.

  • Mirjam van der Plas-de Waard
  • Mevrouw Van der Plas-de Waard

Slide 38 - Slide

Wanneer geen hoofdletter?
  • Dagen (vrijdag)
  • Maanden (november)
  • Seizoenen (herfst)
  • Windstreken (noordoost, zuiden)

Waar vind ik deze informatie?
Zie theorie (groene tekst op blz. 228)

Slide 39 - Slide

Spelling §2 -d en -t
Sommige woorden eindigen op een t-klank. Die klank schrijf je soms met een -t, soms met een -d.
Zo bepaal je of een woord op een -d of -t eindigt

  • Maak het woord langer door er -e, -en, -eren of -ig achter te zetten.
  • Hoor je een t? Schrijf dan een -t aan het eind: boten → boot; parelwitte → parelwit; schattig → schat.
  • Hoor je een d? Schrijf dan een -d aan het eind: rode → rood; tanden → tand; kinderen → kind; handig → hand.

Slide 40 - Slide

Zelf aan de slag
WAT?     Cursus 7 Spelling,    §2 -d en -t
                Maken opdracht 1 t/m 5 , blz. 230-231
--> Huiswerk voor maandag 18 november indien niet af

HOE?        Zelfstandig op je laptop of in je schrift.                
TIJD         10 minuten
KLAAR?   Lees de theorie van §3 Bijvoeglijk naamwoord door en start met maken opdrachten   1 tot en met 6.




timer
10:00

Slide 41 - Slide

Je kunt/weet nu:

hoofdletters in zinnen, leestekens, -d en -t op de juiste manier te gebruiken.

Slide 42 - Slide

Volgende les maandag 18 november
Maak opdracht 1 t/m 6, Cursus 7 Spelling, §2 -d en -t
in je boek op blz. 230-231 of online op je laptop
 
        

Slide 43 - Slide