Les 1 P1

Vrijdag 31 januari 
Welkom allemaal 
Pak alvast je werkboek en schrift
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vrijdag 31 januari 
Welkom allemaal 
Pak alvast je werkboek en schrift

Slide 1 - Slide

Periode 3 - Cursus 7 spelling
- Hoofdletters en leestekens
- Bijvoeglijke naamwoorden (rode, mooie)
- Meervouden (auto's, cadeaus)
- Verkleinwoorden (autootjes, cadeautjes)
- Klanken die op meerdere manieren geschreven kunnen worden (gauw, touw)




Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je leert hoofdletters en leestekens op de juiste manier gebruiken.

Slide 3 - Slide

Hoofdletters en leestekens
Schrijf drie dingen op die jij hierover kan vertellen.
Geef een voorbeeld of schrijf op wanneer je hoofdletters/leestekens gebruikt.
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Hoofdletters en leestekens maken een tekst leesbaar
boeken lezen is heel leuk het is een fijne manier om te ontspannen als ik een boek lees kan ik alles om me heen even vergeten en in het verhaal duiken

Boeken lezen is heel leuk. Het is een fijne manier om te ontspannen. Als ik een boek lees, kan ik alles om me heen even vergeten en in het verhaal duiken.

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je hoofdletters?
Aan het begin van een zin: Vorig jaar won Thomas de wedstrijd.

Bij namen: Elze Mulder, Fien van de Laan, West-Friesland, 
Rijksmuseum, Noordzee, Dorpsstraat, Adidas, Bakker Bart.

Bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Limburgse, Grieks, Noord-Hollandse.

Slide 6 - Slide

Let op!
Tussenvoegsels, zoals de, van of van de, schrijf je zonder hoofdletter als de voornaam of voorletter ervoor staat: 
F.J. van de Laan, Rianne ten Hove-de Wit. 
Als de voornaam of voorletter ontbreekt, krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter: 
mevrouw Van de Laan, mevrouw Ten Hove-de Wit.
De verkorte vormen ’t en d’ worden altijd als kleine letter geschreven: meneer ’t Hart, mevrouw d’Hondt.

Slide 7 - Slide

Géén hoofdletters bij:
De namen van dagen: maandag, dinsdag
Maanden: augustus, september
Seizoenen en windstreken: lente, zomer, oosten, westen

Slide 8 - Slide

Leestekens
Eindig de zin met: een punt, een vraagteken of een uitroepteken. 

Gebruik van komma's is belangrijk!
Tussen twee persoonsvormen: Als je Eva ziet, doe haar dan de groeten.
Voor voegwoorden: als, doordat, maar, nadat, omdat.
In de winter staat de oldtimer binnen, zodat hij niet gaat roesten.
Verschil in betekenis:
Ik eet, papa. Ik eet papa.

Slide 9 - Slide

Samen oefenen
Neem de zin over op je wisbordje: plaats hoofdletters en leestekens. 
1. zwom koen ter hek uit stavoren in augustus het ijsselmeer over
Klaar? Schrijf zin 2 ook op je wisbordje:
2. lotte van der veen gaat iedere lente naar de canarische eilanden omdat het daar bijna altijd mooi weer is

Slide 10 - Slide

Kijk na:
1. Zwom Koen ter Hek uit Stavoren in augustus het IJsselmeer over?

2. Lotte van der Veen gaat iedere lente naar de Canarische Eilanden, omdat het daar bijna altijd mooi weer is.

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maak van cursus 7 spelling P1 opdracht 1 en 2 (blz. 244 + 245. )
Klaar? Maak opdracht 4. 

Slide 12 - Slide

Afsluiting
Schrijf op je wisbordje:
  1. Welke woorden schrijven we met hoofdletter?
  2. Welke woorden schrijven we niet met hoofdletter?
  3. Welke leestekens ken je?
  4. Wanneer gebruik je een punt, vraagteken en uitroepteken?
timer
2:00

Slide 13 - Slide