What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhaling spelling hfst. 1 t/m 6 kader/ mavo
Oefenen met
werkwoordspelling
1 / 54
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
54 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefenen met
werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd kun je 't ex-kofschip gebruiken?
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Voor het spellen van het voltooid deelwoord kun je 't ex-kofschip gebruiken?
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Voor het spellen van de persoonsvorm
in de verleden tijd kun je 't ex-kofschip gebruiken?
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Voor het spellen van de persoonsvorm
in de tegenwoordige tijd kun je het trucje met 'lopen' gebruiken?
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Nu gaan we oefenen!
Slide 6 - Slide
Casper (branden) zijn vingers gisteren.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden
Slide 7 - Quiz
Iedereen heeft weleens (falen)
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen
Slide 8 - Quiz
Marle en Noa hebben (beloven) te stoppen met pesten.
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd
Slide 9 - Quiz
(vinden) je deze les ook zo leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind
Slide 10 - Quiz
Meneer Kalis (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt
Slide 11 - Quiz
Voor de kerstvakantie (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 12 - Quiz
Als Rania nu eens een beetje (opschuiven), dan kunnen we allemaal zitten.
A
opschuift
B
opschuifd
C
opschuivt
D
opschuivd
Slide 13 - Quiz
Kan Qimo Corona (verspreiden)?
A
verspreide
B
verspreiden
C
verspreidde
D
verspreidden
Slide 14 - Quiz
Heeft iedereen zijn naam op Julius' schoenen (vermelden)?
A
vermeld
B
vermelt
C
vermeldt
Slide 15 - Quiz
Mevrouw Jansen (zetten) die van haar er gisteren nog op.
A
zet
B
zetten
C
zette
D
zat
Slide 16 - Quiz
De leerlingen zijn flink (straffen).
A
gestraft
B
gestrafd
C
gestrafft
D
gestraffd
Slide 17 - Quiz
Nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 18 - Quiz
Een ongeluk is zo (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 19 - Quiz
Hopelijk hebben jullie van deze quiz wat (leren).
A
geleerd
B
geleert
C
geleerdt
Slide 20 - Quiz
Staat in deze zin een persoonsvorm en een voltooid deelwoord?
Ik heb een fiets gekocht?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Staat in deze zin een persoonsvorm en een voltooid deelwoord?
Vorige week lag ik lekker in de zon.
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
Staat in deze zin een persoonsvorm en een voltooid deelwoord?
Wij zijn naar de winkel geweest?
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quiz
Noteer drie zwakke werkwoorden.
Slide 24 - Open question
Noteer drie sterke werkwoorden.
Slide 25 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord lopen?
Slide 26 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord van het werkwoord lopen? (de ...... route)
Slide 27 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord spelen?
Slide 28 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord van het werkwoord spelen?
(de ...... wedstrijd)
Slide 29 - Open question
Hij heeft de (vinden) foto's weggelegd.
(kijk goed wat voor soort woord dit is)
A
gevonden
B
gevonde
C
gevondden
Slide 30 - Quiz
Wat is het meervoud van
pot?
Slide 31 - Open question
Wat is het meervoud van
boon?
Slide 32 - Open question
Wat is het meervoud van
staaf?
Slide 33 - Open question
Wat is het meervoud van
lolly?
Slide 34 - Open question
Wat is het meervoud van
gieter?
Slide 35 - Open question
Wat is het meervoud van
vakantie?
Slide 36 - Open question
Wat is het meervoud van
foto?
Slide 37 - Open question
Wat is het meervoud van
idee?
Slide 38 - Open question
Deze parfum is van Morris.
Het is ........ parfum.
Slide 39 - Open question
au of ou?
Een kab....ter is erg klein.
A
au
B
ou
Slide 40 - Quiz
au of ou?
Het eten is een beetje fl.....w.
A
au
B
ou
Slide 41 - Quiz
au of ou?
In de p.....ze eet ik mijn boterhammen.
A
au
B
ou
Slide 42 - Quiz
au of ou?
De toesch.....wers juichen.
A
au
B
ou
Slide 43 - Quiz
ij of ei?
De auto rijdt met hoge snelh.....d
A
ij
B
ei
Slide 44 - Quiz
ij of ei?
De g.....t staat in de wei bij de andere dieren.
A
ij
B
ei
Slide 45 - Quiz
ij of ei?
Hij heeft een pr.....sje gewonnen.
A
ij
B
ei
Slide 46 - Quiz
ij of ei?
De journalist schr.......ft een artikel.
A
ij
B
ei
Slide 47 - Quiz
Schrijf je het getal voluit in de zin of als cijfer?
Bij 3 / drie docenten ging het goed.
A
je schrijft het voluit
B
je schrijft het als cijfer
Slide 48 - Quiz
Schrijf je het getal voluit in de zin of als cijfer?
Er waren meer dan 40/veertig prijzen.
A
je schrijft het voluit
B
je schrijft het als cijfer
Slide 49 - Quiz
Schrijf je het getal voluit in de zin of als cijfer?
Er zaten 134 chocolaatjes in de zak.
A
je schrijft het voluit
B
je schrijft het als cijfer
Slide 50 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Dit jaar heb ik 840 km gelopen.
B
Dit jaar heb ik 840 kilometer gelopen.
Slide 51 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Wij wonen in een houten huis.
B
Wij wonen in een houte huis.
Slide 52 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Dat is het goeden antwoord.
B
Dat is het goede antwoord.
Slide 53 - Quiz
Nu hebben we alle stof van de toetsweek herhaald.
Hopelijk ging het goed.
Ik wens jullie veel succes met leren voor het onderdeel grammatica
Slide 54 - Slide
More lessons like this
herhaling spelling hfst. 1 t/m 6 basis
December 2022
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Op Niveau - BK Leerjaar 2 - Blok 3 - Spelling les 2
February 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Spelling de infinitief en het voltooid deelwoord
June 2019
- Lesson with
24 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Week 2: Spelling blok 3 BK
January 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Week 2: Spelling blok 3 KGT
December 2020
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Week 4
January 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
H4 Spelling meervouden op -s
February 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Slimmer Schrijven: Pas de persoonsvorm aan!
April 2023
- Lesson with
15 slides