- Totale constante kosten (TCK): onafhankelijk van de productieomvang.
- Totale variabele kosten (TVK): afhankelijk van de productieomvang
Slide 6 - Slide
Gemiddelde kosten per product
De gemiddelde kosten, zijn de kosten per product.
GVK = TVK / q --> variabele kosten per product
in paragraaf 3.3. bespreken we drie soorten variabele kosten.
GCK = TCK / q --> constante kosten per product
--> Gemiddelde constante kosten per product dalen als de productie toeneemt.
Slide 7 - Slide
Proportioneel, progressief en degressief variabele kosten
Als de totale variabele kosten evenredig stijgen met de productie dan zijn de variabele kosten proportioneel variabel.
Variabele kosten die minder dan evenredig stijgen met de productie noemen we degressief variabel.
Variabele kosten die meer dan evenredig stijgen met de productie heten progressief variabel.
Slide 8 - Slide
BEP
Een bedrijf heeft geen winst en geen verlies als de TO=TK
of als de GO=GTK
er is sprake van kostendekking.
Slide 9 - Slide
Kosten
Afkorting
Betekenis
Formule
TK
Totale kosten
TK = TVK + TCK
GTK x q
GVK
Gemiddelde variabele kosten
TCK : q
GCK
Gemiddelde constante kosten
TCK : q
MK
Marginale kosten
Verschil in TK bij een product meer
Slide 10 - Slide
Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.
De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid.
Slide 11 - Slide
Afzet bepalen waarbij winst maximaal is
Functies tekenen in grafiek
MO, MK en MW uitleggen
Slide 12 - Slide
Bij welke afzet is winst maximaal? (grafisch)
3 manieren:
1. TO en TK zover mogelijk uit elkaar
2. TW maximaal
3. MO = MK
Slide 13 - Slide
Maximale winst arceren (grafisch)
MO = MK
- afzet bepalen --> MO = MK, lijn naar beneden
- TO bepalen = GO x afzet
- TK bepalen = GTK x afzet
- TW bepalen (TO - TK)
Slide 14 - Slide
Conclusie....
... zo lang de prijs die je per product ontvangt groter is dan de variabele kosten is het verstandig om (tijdelijk) te blijven produceren. Je verdient tenminste nog een gedeelte van de constante kosten terug.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Foto op bepaald moment
Slide 25 - Slide
Debiteuren: Geld tegoed van afnemers. Crediteuren: Te betalen leveranciers
cRedit = rechts
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Filmpje over een periode : wat is er met EV gebeurd?