Jack heeft moeite met opstaan. Wel drie keer drukt hij op zijn wekker, zelfs daarna wil hij nog niet opstaan. Kom op, eerst één been buiten het bed, en daarna het tweede. Maar hij ligt nog steeds op zijn rug. Met gesloten ogen rolt hij zich op zijn zij, dan staat hij op. Hij sloft naar de badkamer, maar de frisse straal van de douche kan hem niet wakker maken. Hij gaat in de keuken ontbijten. Zelfs het kauwen van zijn brood kost hem moeite. Pas dan kijkt hij op de klok en ziet dat hij moet opschieten. Hij neemt nog een grote slok thee. Dan trekt hij zijn jas aan en gaat de deur uit.
O jee, hij heeft zijn sleutels in huis laten liggen. Wat nu? Gelukkig heeft hij een sleutel bij de buren liggen. Zij zijn al wakker en geven hem lachend de reservesleutel. Hij bedankt ze en gaat snel zijn eigen sleutels pakken. Nu kan hij zijn auto in en naar zijn werk vertrekken. Maar hij komt wel te laat.