1TH H.3 C

Good Morning 1TH!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Good Morning 1TH!

Slide 1 - Slide

Today's planning
Please turn your cameras on!!

- Vocabulary check
- Engelse uitdrukkingen voor eten
- Task C
- Homework

Slide 2 - Slide

Theme 3 : Food Talk

Slide 3 - Slide

Planning It's Learning

Slide 4 - Slide

Let's practice the vocabulary...
First a few questions ...

Slide 5 - Slide

cereal

Slide 6 - Open question

chips

Slide 7 - Open question

meat

Slide 8 - Open question

vegetables

Slide 9 - Open question

groceries

Slide 10 - Open question

vis

Slide 11 - Open question

melk

Slide 12 - Open question

chips

Slide 13 - Open question

rijst

Slide 14 - Open question

bloem

Slide 15 - Open question

Let's repeat the phrasal verbs about food...

Slide 16 - Slide

11

Slide 17 - Video

01:35
Wat betekent "to pig out" ?
A
eten als een varken
B
volvreten
C
uit eten gaan
D
op dieet zijn

Slide 18 - Quiz

02:15
Wat zeg je in het Nederlands voor "to pick at your food"?
A
eten aan je vork prikken
B
naar je eten kijken
C
treuzelen met je eten
D
iets niet lusten

Slide 19 - Quiz

02:30
Wat betekent "to cut out"?

Slide 20 - Mind map

02:52
Wat betekent "to cut back on something"
A
iets minderen
B
iets snijden
C
iets niet eten
D
iets niet lusten

Slide 21 - Quiz

03:10
Hoe zou je "to wolf down" in het Nederlands zeggen?

Slide 22 - Mind map

03:25
Wat is "to whip up" in het Nederlands?
A
iets kloppen
B
iets snel in elkaar flansen
C
uitgebreid koken
D
eten bestellen

Slide 23 - Quiz

03:32
Wat betekent "to cut up"

Slide 24 - Open question

03:51
Wat is het verschil tussen "to cut up" en "to chop up" ?
A
klein of groot snijden
B
aansnijden en hakken

Slide 25 - Quiz

04:03
Wat betekent "to boil over"?

Slide 26 - Open question

04:29
Wat betekent "to fry up" ?

Slide 27 - Open question

01:51
Wat betekent "to eat up"
A
uit eten gaan
B
vol zitten
C
iets niet lusten
D
je bord leeg eten

Slide 28 - Quiz

Typ de vijf zinnen met de uitdrukkingen die je gemaakt hebt! We kijken er een paar samen na, de rest kijk ik na de les na.

Slide 29 - Open question

Task C
Ga daarna verder met Task C,
opdrachten 17 t/m 19. 
Voor extra uitdaging maak je ook 20.
Kijk je werk na in je schrift met het antwoordenboek in de bronnen van It's Learning.
Leer daarna de Quizlet voca C.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide