VMBO 2 par 4.3 kun je meer produceren?

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welkom 2TL
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Uitleg 4.3
- Zelfstandig aan de slag met 4.3



Slide 3 - Slide

Check 4.2 ✅
  • Wat is milieuschade?
  • Wat is het verschil is bedrijfskosten en maatschappelijke kosten?
  • Hoe kunnen bedrijven duurzaam produceren?
  • Wat is recycling?

Slide 4 - Slide

Paragraaf 4.3
Kun je meer produceren?

Slide 5 - Slide

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je:
  • Wat investeren is
  • Hoe je de afschrijving berekent
  • Wat het verschil is tussen mechanisering en automatisering
  • Wat arbeidsproductiviteit is



Slide 6 - Slide

Leerdoel 1
Wat is investeren?

Slide 7 - Slide

Door te investeren kunnen bedrijven:
  • sneller produceren
  • goedkoper produceren
  • betere producten maken
  • duurzamer produceren

Investeren = kapitaalgoederen kopen, zoals een gebouw, machine of een bedrijfsauto.

Slide 8 - Slide

Leerdoel 2
Afschrijving van een kapitaalgoed berekenen. 

Wat is ook al weer een kapitaalgoed???

Slide 9 - Slide

 Afschrijving 
Afschrijving = de jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed (=een machine, een auto, gebouw)
Belangrijke termen
Aanschafprijs
= de prijs waarvoor je het koopt
Aantal gebruiksjaren = het aantal jaar dat de machine wordt gebruikt 
Afschrijving = waardevermindering per jaar

Slide 10 - Slide

Afschrijving 
FORMULE : aanschafprijs : aantal gebruiksjaren

Een ondernemer koopt een Volkswagen bus voor € 28.500,- . De auto gaat 6 jaar mee. Wat is de afschrijving per jaar?

Slide 11 - Slide

Afschrijving
NU
OVER 6 JAAR
€ 28.500
€ 0
Afschrijving per jaar = aanschafprijs : aantal gebruiksjaren
Aanschafprijs = 30.000
Aantal jaren = 6 jaar 
€ 28,500 : 6  =  € 4.750

Slide 12 - Slide

Leerdoel 3
Wat is mechanisatie?
 Wat is automatisering?

Slide 13 - Slide

Mechanisatie
Aanleg Birma Railroad (1942)
Aanleg Betuwelijn (2005)
Mechanisatie = machines nemen het zware werk van mensen over

Slide 14 - Slide

Automatisering

Typemachine
Laptop
Automatisering = computer(programma's) sturen de productie aan. Het vervangen van menselijke arbeid.

Slide 15 - Slide

Leerdoel 3
Arbeidsproductiviteit?

Slide 16 - Slide

Arbeidsproductiviteit (APT)
De gemiddelde productie per werknemer in een bepaalde tijd. 
Hoe hoger de APT, hoe lager de kostprijs van het product.

Weet je nog: Kostprijs van een product.....
"Alle kosten delen door het het aantal producten"
   (alle kosten ÷ aantal producten)

Slide 17 - Slide

Aan de slag met 4.3
✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten 4 t/m 7 & 13 t/m 17
blz. 122

👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
🗣️ Graag rustig praten

✅ Klaar? Maak de rekenopdrachten 4 t/m 6 op blz. 134

Vragen?
Steek je hand op, ik kom eraan!

Slide 18 - Slide

Oefenen
Lees de theorie van de les nog eens goed door en maak daarna de vragen van  deze lesson up.
Succes!

Slide 19 - Slide

Wat kan een nadeel zijn van automatisering?
A
Computers gaan snel stuk
B
Computers zijn snel verouderd
C
Computers zijn complex in de bediening
D
Arbeidsplaatsen kunnen verloren gaan

Slide 20 - Quiz

Wat is een voorbeeld van automatisering?
A
Het vervoer van aardappelen via een transportband
B
Het hakken van een boom met een zaagmachine
C
Het orderpicken van spullen door een robot in een magazijn

Slide 21 - Quiz

Een voorbeeld van automatisering is:
A
Dat besturing van een lopende band wordt gedaan door een computer
B
De lopende band zelf
C
De man die de lopende band bedient
D
Dat een kraan een gat graaft ipv een man met een schep

Slide 22 - Quiz

Wat is automatisering?
A
machines nemen het werk van mensen over
B
Computers sturen de productie aan
C
Dingen die automatisch gaan
D
Een auto zonder handschakeling

Slide 23 - Quiz

Automatiseren?
A
Computers en computerprogramma's
B
Alles gaat automatisch
C
Computers en computerprogramma's sturen productie aan.
D
Computers en computerprogramma's sturen mensen

Slide 24 - Quiz

Wat helpt NIET om de arbeidsproductiviteit te verhogen?
A
Meer mensen aannemen
B
Technologische ontwikkelingen
C
Betere arbeidsomstandigheden
D
Scholing en specialisatie

Slide 25 - Quiz

Wat is voor een bedrijf een gevolg van mechanisatie en automatisering? Kies 2 antwoorden.
A
Er zijn minder werknemers nodig om te produceren.
B
Met evenveel werknemers kun je meer produceren.
C
Met evenveel werknemers kun je minder produceren.
D
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel re produceren.

Slide 26 - Quiz

Wat betekent het begrip afschrijving?
A
Jaarlijks minder worden van je geld
B
Jaarlijkse waardevermindering van je kapitaalgoederen
C
Jaarlijks rente die je uitgekeerd krijgt
D
Jaarlijkse waardevermindering van productiefactoren

Slide 27 - Quiz

Wat is de afschrijving?
A
Waardevermindering van kapitaalgoederen
B
Waardervermeerdering van kapitaalgoederen
C
Restwaarde van kapitaalgoederen
D
Aanschafprijs van kapitaalgoederen

Slide 28 - Quiz

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 29 - Quiz

Mechanisatie is een voorbeeld van
A
automatisering
B
technologische ontwikkelingen
C
verbeteren van de arbeidsomstandigheden
D
arbeidsspecialisatie

Slide 30 - Quiz