Lektion_8_Weihnachten_ich_wir

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Herzlich wilkommen!

1. Ga zitten op je plek
2.  Pak je spullen
3. Wacht tot ik de startopdracht aanzet (in stilte)
4. Klaar doe wat voor jezelf in stilte.

Thema: Meine Familie/ Hobbys/ Weihnachten

Neue Kontakte Kapitel 2

Wat heb je altijd mee naar Duitse les?

Leerdoelen/Lernziele

• Ik kan de woorden over het onderwerp 'familie' verstaan en gebruiken.
• Ik kan woorden over kerst gebruiken.
• Ik kan een kort fragment over kerst begrijpen.

Weet jij een Duits woord over Weihnachten?

Anna

Zu meinen Hobbys gehören Lesen, Malen und Schlittschuhlaufen. Im Winter gehe ich oft mit meinen Freunden auf die Eisbahn. Wir haben viel Spaß zusammen. Manchmal spiele ich auch Brettspiele mit meiner Familie. Mein Bruder liebt "Mensch ärgere dich nicht"!

Welche Hobbys hat Anna?
Antwoord in het Nederlands

Bist du Team hohoho oder Team oh no?

hohohoho

oh no

Aufgabe Team hohoho oder oh no

 Kijk het filmpje nog een keer.

1. Maak de 9  vragen bij de video in LessonUp.

Ben je klaar: ga SlimStampen of maak je portfolio af. Kijk in Teams wat nog open staat.

Aufgabe Team hohoho oder oh no

 Kijk het filmpje nog een keer. In het filmpje staan de vragen.

1. Maak de 9  vragen bij de video in LessonUp.

Ben je klaar: ga SlimStampen of maak je portfolio af. Kijk in Teams wat nog open staat.

03:26

Waarom kiest het meisje het lichste kado?

1. Kleine Geschenke sind oft mehr wert (meer waard)
2. Kleine Geschenke sind oft schöner (mooier)

03:29

Wat voor soort kado wil dit meisje graag?

03:51

Wat vindt de jongen van zijn kado?

1. Hij is blij
2. hij is niet blij

04:14

Wat is niet een populair kado

1. sokken
2. spelletjes
3. geld
4. douchegel

04:33

Wat is wel een populair kado?

04:45

Hoeveel geld geeft de jongen uit?

1. 30/40 euro
2. 10/20 euro
3. 40/50 euro
4. 100 euro

05:05

Hoeveel geld geven Duitsers gemiddeld voor hun geschenken uit?

1. 100 euro
2. 200 euro
3. 400 euro
4. 500 euro

Wat vind je belangrijker bij het geven van een kerstcadeau: de grootte of de gedachte erachter?

"Wie viel Geld gibst du für Weihnachtsgeschenke aus?" Hoeveel geld besteedt jij aan cadeaus?

Lernziele

Aan het einde van de les:

• Ik kan de woorden over het onderwerp 'familie' verstaan en gebruiken.
  
• Ik kan woorden over kerst gebruiken.
  
• Ik kan een kort fragment over kerst begrijpen.

Heb je de leerdoelen gehaald?

😒🙁😐🙂😃

Tschüss!