This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
4.2 De koning en zijn leenmannen
Slide 1 - Slide
Aan het einde van de les weet je;
Wat leenmannen en leenheren zijn.
Hoe karel de grote zijn rijk bestuurde.
Wat de taak was van de ridders.
Slide 2 - Slide
Het rijk van Karel de Grote
Karel de Grote
Slide 3 - Slide
Het leenstelsel
Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
Daarom gaf hij stukken van zijn land te leen aan edelen: een graaf of hertog.
Zij moesten namens hem het gebied besturen en werden leenmannen van de koning.
De koning was de leenheer en de edelen de leenmannen.
Dit noem je het: leenstelsel
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Mini-koningen
De graaf mocht alles doen in zijn gebied waar hij zin in had, maar had wel verplichtingen naar de koning toe: 1) trouw beloven aan zijn leenheer, in dit geval koning Karel de Grote 2) elk jaar belasting betalen aan de leenheer 3) als er oorlog was dan moest de leenheer met zijn soldaten mee vechten
Vaak verdeelde leenheren gebieden weer onder hun ridders, onderleenmannen, omdat gebieden vaak nog te groot waren
Slide 6 - Slide
1
2
3
leenman
leenheer
trouw zweren
Slide 7 - Drag question
Soldaten
Ridders waren de soldaten van de koning of van de graaf
Ridders hadden vaak ook een stuk land
Hun uitrustig bestond veelal uit: zwaard, harnas, schild en lans
Wanneer er geen oorlog was dan oefende ze het vechten tegen elkaar in toernooien
Het werken lieten de ridders over aan ambtenaren en knechten
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
kasteel
In het begin waren kastelen vaak van hout, pas later werden ze van steen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Nu komen er enkele quiz vragen, daarna ga je aan de slag.
Succes!! :)
Slide 12 - Slide
mannen in het klooster heten:
A
nonnen
B
ridders
C
abt
D
monniken
Slide 13 - Quiz
Een koning werd in het leenstelsel een leenheer genoemd. En ridders?
A
Schuldenaren
B
Leenridders
C
Leenmannen
D
Leensoldaten
Slide 14 - Quiz
Graven en hertogen zijn voor Karel de Grote leenmannen
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quiz
Aan wie leent Karel delen van zijn land uit?
A
Leenmannen
B
Monniken
C
De paus
D
Gouwmannen
Slide 16 - Quiz
Karel de Grote is in het systeem van het leenstelsel de.....