Vanaf de jaren 50 wordt Nederland een
verzorgingsstaat.
= Samenleving waarin de overheid zorgt voor iedereen die dat zelf niet kan, zoals ouderen, werklozen en zieken.
Voorbeelden:
- AOW (1957)
- Kinderbijslag
- Algemene Bijstandswet (1965) (Marga Klompé) -> Bestaanszekerheid voor iedereen: wie te weinig inkomsten had, had recht op een klein minimuminkomen van de staat.