De toekomst leren met Engels!

De toekomst leren met Engels!
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De toekomst leren met Engels!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie eenvoudige zinnen maken in de toekomende tijd en het verschil uitleggen tussen 'will', 'to be going to' en 'shall'.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de toekomende tijd in het Engels?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de toekomende tijd?
De toekomende tijd wordt gebruikt om te praten over iets dat in de toekomst zal gebeuren.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Will
Gebruik 'will' om voorspellingen te doen, beloften te maken of spontane beslissingen te uiten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

To be going to
Gebruik 'to be going to' om plannen, intenties of voorspellingen gebaseerd op bewijs te uiten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Shall
'Shall' wordt gebruikt voor suggesties, adviezen of voorstellen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Vul in met de juiste vorm
Leerlingen vullen zinnen aan met de juiste vorm van 'will', 'to be going to' of 'shall'.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Groepswerk: Maak je eigen zinnen
Leerlingen werken in groepen om zelf zinnen te bedenken in de toekomende tijd met behulp van de geleerde vormen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Spel: Tijd voor de toekomst
Speel een spel waarbij leerlingen het juiste hulpmiddel moeten kiezen voor gegeven situaties.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.