Grammatica blok 3

Grammatica blok 3
Weten we het nog?
Persoonsvorm (pv), werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond) en lijdend voorwerp (lv).
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica blok 3
Weten we het nog?
Persoonsvorm (pv), werkwoordelijk gezegde (wwg), onderwerp (ond) en lijdend voorwerp (lv).

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm
Ik loop naar huis.

Vraagzin/ andere tijd zetten.
Loop ik naar huis?
Ik liep naar huis.

Slide 2 - Slide

Werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in een zin. Let op, soms hoort "te" bij het werkwoordelijk gezegde!

Hij loopt steeds te klagen.
WWG = loopt te klagen

Slide 3 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
een serie 

Slide 4 - Drag question

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
Alvaro
zit
met
zijn haar
te
spelen

Slide 5 - Drag question

Onderwerp
Wie/wat+ WWG?
Hij gaat naar huis.
Gaat hij naar huis? WWG=gaat.
Wie/wat gaat? Hij gaat.

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze

Slide 7 - Drag question

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
De appels
hangen
aan de boom
 al

Slide 8 - Drag question

Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 9 - Drag question

?
Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
je
Ga
vaak
naar
de bioscoop

Slide 10 - Drag question

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Mijn voetbal
is
gevallen
 in de sloot

Slide 11 - Drag question

Lijdend voorwerp
Wat/wie+wwg+ond
Hij laat de pen vallen.
WWG = laat vallen
Wie laat vallen? ond = Hij
Wat laat hij vallen? lv= de pen

Slide 12 - Slide

Mijn vader
leest
de krant.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend Voorwerp

Slide 13 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
Wij
hebben
vanavond
een serie 

Slide 14 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp?
altijd 
Het lijdend voorwerp

Waar
zet
jij 
jouw racefiets
neer?

Slide 15 - Drag question

pv
wwg
ond
lv
Wat/wie + wwg + ond
Wie/wat + wwg
Getalproef
Alle ww in de zin
Tijdproef

Slide 16 - Drag question

Ik heb mijn moeder gisteren een doosje chocolade gegeven
pv
wwg
ond
lv
heb
heb gegeven
ik
een doosje chocolade

Slide 17 - Drag question

Maken:
Basis: 2
Kader: 3

Slide 18 - Slide