Pak de menukaart uit het taaldorpboekje
Voer een gesprek in een restaurant. De ene leerling is gast de ander is kelner.
Vraag of er een tafel vrij is, je hebt niet gereserveerd.
Bestel een voor- en hoofdgerecht.
Vraag of er vegetarische gerechten zijn.
Bij het hoofdgerecht heb je geen lepel.
Vraag de kaart nog een keer voor een nagerecht.
Geef een compliment, het was heerlijk.
Vraag de rekening, geef fooi en neem afscheid.
Als jullie klaar zijn roep je de docent om het gesprek te voeren.
Je schrijft niets op!
Zorg dat jullie 4 minuten aan het spreken zijn.
Verzin er eventueel vergissingen van de ober bij, een vlieg in de soep etc, koude patat etc.