Di 3-09-24 K1 L2

1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

H4du3
Dienstag, 3. September 2024

Slide 2 - Slide

die Planung
  • Neu: Grammatik D: meervoud
  • Weektaak  

Slide 3 - Slide

Grammatik C
Fragewörter
(Vraagwoorden)



2 Fragen

Slide 4 - Slide

Nl: rood
D: blauw
Wat?
Wie?
Waar?
Wanneer?
Waarom?
Waarheen?
Welke?
Waarvandaan?
Hoe?
Was?
Wer?
Wo?
Wann?
Warum?
Wohin?
Welch-?
Woher?
Wie?

Slide 5 - Drag question

Nl: rood
D: blauw
wie?
wiens?
aan wie?
wie?
waarmee?
waarvan?
hoeveel?
waarover?
wer (+1)?
wessen? (+2)
wem (+3)?
wen? (+4)
womit?
wovon?
wie viel-?
worüber?

Slide 6 - Drag question

Grammatik D
Plural Substantive
(meervoud znw)




Slide 7 - Slide

Singular (der, die, das)
Plural (die)
Hoofdregel
männlich (m)
der Stier
der Sohn
die Stiere
die Söhne
+ e
(soms Umlaut op a, u, o)
weiblich (v)
die Schule
die Frau
die Ärztin
die Schulen
die Frauen
die Ärztinnen
+ -n
+ -en
+ -nen
sächlich (o)
das Jahr
die Jahre
+ -e
Meervoud znw
  • Het lidwoord voor het mv=die
  • Er zijn vele uitzonderingen, daarvoor kun je bv. bij schrijven je woordenboek gebruiken.

Slide 8 - Slide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Kapitel 1 Lektion 2 Aufgabe 24, 26, 29
Kapitel 1 Lektion 3 Aufgabe 31, 33, 34 
Ab Seite 21
  • Wie (hoe)? Online of boek
  • Hilfe (hulp)? Buren, docent
  • Zeit (tijd)? 13:20
  • Fertig (klaar)? Leren voor SO do





An die Arbeit!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide