unit 3 - o.a. een uitleg over de present continuous

1 February
    
T1A
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

1 February
    
T1A

Slide 1 - Slide

  • Your homework was:
  • Study the words and expressions of unit 3, lessons 2, 3 and 4
  • Go to Classroom and do the little test I prepared for you. Do not use capital letters! 
Let's start!

Slide 2 - Slide

Als je in het Engels wilt zeggen dat iets nu (op het moment dat je het zegt) bezig is, gebruik je de present continuous:

I am talking to you right now!

Let op de werkwoorden!
The present continuous

Slide 3 - Slide

Als je in het Engels wilt zeggen dat iets nu (op het moment dat je het zegt) bezig is, gebruik je de present continuous:

I am talking to you right now!

Let op de werkwoorden!
The present continuous

Slide 4 - Slide

Andere voorbeelden:

Peter is doing the dishes, while his dad is watching TV.
We are driving to Amsterdam at the moment!

Dus hoe ziet dat eruit in een soort formule?   

The present continuous

Slide 5 - Slide

I am talking to you right now!
Peter is doing the dishes, while his dad is watching TV.
We are looking forward to the holidays!

Onderwerp + am, is, are + werkwoord + -ing
I ...
The present continuous

Slide 6 - Slide

I am talking to you right now!
Peter is doing the dishes, while his dad is watching TV.
We are looking forward to the holidays!

Onderwerp + am, is, are + werkwoord + -ing
I  ...                      am ...

The present continuous

Slide 7 - Slide

I am talking to you right now!
Peter is doing the dishes, while his dad is watching TV.
We are looking forward to the holidays!

Onderwerp + am, is, are + werkwoord + -ing
I  ...                      am ...               talking.

The present continuous

Slide 8 - Slide

Hoe maak je een vraag in de present continuous?


The present continuous

Slide 9 - Slide

Hoe maak je een vraag in de present continuous?

Peter is repairing his computer.

Sleep het hulpwerkwoordje naar voor!


The present continuous

Slide 10 - Slide

Hoe maak je een vraag in de present continuous?

Peter is repairing his computer.

Sleep het hulpwerkwoordje naar voor!


The present continuous

Slide 11 - Slide

Hoe maak je een vraag in de present continuous?

Is Peter repairing his computer?

Sleep het hulpwerkwoordje naar voor!


The present continuous

Slide 12 - Slide

Hoe maak je een ontkenning in de present continuous?

Peter is repairing his computer.

Zet 'not' achter het hulpwerkwoordje!


The present continuous

Slide 13 - Slide

Hoe maak je een ontkenning in de present continuous?

Peter is not repairing his computer.
Peter isn't repairing his computer.

Zet 'not' achter het hulpwerkwoordje!


The present continuous

Slide 14 - Slide

Hoofdregel                     Zet -ing achter het werkwoord: walk - walking

Let op:
  1. Het woord eindigt op een -e: live - living
  2. Het woord eindigt op -ie: die - dying
  3. De voorlaatste letter is  een Korte Klinker met Klemtoon, gevolgd door een medeklinker: swim - swimming, begin - beginning
  4. Het woord eindigt op -l: travel - travelling
De spellingsregels

Slide 15 - Slide

Go to your online method, stay online and do the exercises 6, 7, 8 and 9.
Let's practice!

Slide 16 - Slide