Grammar 4M2 & 4M3

1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Na vandaag...
... ken je de regel van de present simple en kun je de regel toepassen in een zin
... ken je de regel van de present perfect en kun je de regel toepassen in een zin
... ken je de regel van de past simple en kun je de regel toepassen in een zin
... kun je irregular verbs in een zin zetten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

I've been at school since 8 o'clock
I ate a whole bag of crisps yesterday
He cooks dinner for his family every Sunday evening
I have always wanted to go to Disneyland
Last week, I visited my grandmother
She doesn't like dogs
Present simple 
(iets gebeurt altijd, nooit of regelmatig - iets is een feit)
Present perfect 
(iets is gebeurt en het is niet belangrijk wanneer & iets is in het verleden begonnen en gaat nog steeds door)
Past simple
(iets is in het verleden gebeurt, en je weet wanneer > er staat een tijdsindicatie bij)

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Present Simple

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je de present simple?
A
Gebruik je als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt (bij feiten en gewoontes).
B
Gebruik je als je het hebt over iets wat in het verleden is gebeurd
C
Gebruik je als je het hebt over iets in het verleden is gebeurd en nu nog door gaat

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Water _____ (boil) at 100 degrees
A
boiled
B
boil
C
boils
D
has boiled

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Questions? 
Vragen over de present simple?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je de present perfect?
A
Gebruik je als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt (bij feiten en gewoontes).
B
Gebruik je als je het hebt over iets wat in het verleden is gebeurd
C
Gebruik je als je het hebt over iets in het verleden is gebeurd en nu nog door gaat

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Of: verleden maar je weet niet precies wanneer 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Goed om te onthouden: 
Staat er een tijdsbepaling in de zin, zoals "in 2012" of "yesterday", gebruik je NOOIT have/has, alleen als er een signaalwoord uit FYNE JAS bij staat (bijv. since 2012)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

I ______ (not see) her since last time
A
didn't see
B
saw
C
haven't seen
D
have seen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Questions? 
Vragen over de present perfect?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Past Simple

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je de past simple?
A
Gebruik je als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt (bij feiten en gewoontes).
B
Gebruik je als je het hebt over iets wat in het verleden is gebeurd
C
Gebruik je als je het hebt over iets in het verleden is gebeurd en nu nog door gaat

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

We _____ (go) to school yesterday
A
go
B
haven't gone
C
didn't go
D
went

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Questions? 
Vragen over de past simple?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Present Simple
Present Perfect
Past Simple
I am here 

= ik ben hier, dit is een feit.
I have been here since 8 o'clock

= ik ben hier sinds 8 uur, dit is in het verleden begonnen gaat nogsteeds door.  
I was here yesterday

= ik was gisteren hier, afgerond verleden en je weet precies wanneer (--> gisteren). 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

I've been at school since 8 o'clock
I ate a whole bag of crisps yesterday
He cooks dinner for his family every Sunday evening
I have always wanted to go to Disneyland
Last week, I visited my grandmother
She doesn't like dogs
Present simple 
(iets gebeurt altijd, nooit of regelmatig - iets is een feit)
Present perfect 
(iets is gebeurt en het is niet belangrijk wanneer & iets is in het verleden begonnen en gaat nog steeds door)
Past simple
(iets is in het verleden gebeurt, en je weet wanneer > er staat een tijdsindicatie bij)

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Dus:
Ga na: 
1. Is het een bevestigende, ontkennende of vraagzin?
2. Bepaal met welk persoon/personen je te maken hebt (I, he, she, it, etc.)
3. Zoek signaalwoorden die aangeven in welke tijd de zin staat. 
4. Vervoeg het werkwoord op de juiste manier. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

timer
10:00
Nog niet af na 10 min? Maak het thuis af. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Let's play a game: 
irregular verbs
Wat zijn irregular verbs?
Irregular verbs zijn werkwoorden die veranderen in de verleden (of voltooide) tijd. 

Bijvoorbeeld: 
be - was/were - been
begin - began - begun 
choose - chose - chosen

Slide 30 - Slide

https://dashboard.blooket.com/set/63307df49f2cb337fe6ecd3b 
Ga naar: play.blooket.com
Vul de code in
Vul je eigen naam in

Slide 31 - Slide

https://www.gimkit.com/view/627f82a4a10b65002396c82d 
 
Check yourself

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Link

This item has no instructions