Ch. 2 present perfect vs past simple & irregular verbs

irregular verbs blz 231/233
onregelmatige werkwoorden; dit zijn werkwoorden die NIET de regel vormen in de verleden -en voltooide tijd. Je kunt een overzicht vinden op blz  231 t/m 233. 
Deze werkwoorden moet je stampen (know by heart)

Wat is de "spellingsregel
voor de regelmatige ww in de vt ?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

irregular verbs blz 231/233
onregelmatige werkwoorden; dit zijn werkwoorden die NIET de regel vormen in de verleden -en voltooide tijd. Je kunt een overzicht vinden op blz  231 t/m 233. 
Deze werkwoorden moet je stampen (know by heart)

Wat is de "spellingsregel
voor de regelmatige ww in de vt ?

Slide 1 - Slide


Past Simple vs Present Perfect

Slide 2 - Slide

Past simple
gebruik / vorm / ezelsbruggetje

Slide 3 - Slide

past simple: bevestigen
- Gebruik:
   - verleden
> helemaal voorbij
   - je weet wanneer het gebeurde
   - het is afgesloten / afgerond

- Vorm:
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje




Slide 4 - Slide

past simple: vragen en ontkennen

- Vorm:

    - Did + hele werkwoord
      

- Vorm:
    - didn't (did not) + hele werkwoord



Vragen:
Ontkennen:

Slide 5 - Slide

past simple: ezelsbruggetje

Slide 6 - Slide

past simple: ezelsbruggetje
Waldy

When, Ago, Last ... , Days/Dates, Yesterday/Year

Slide 7 - Slide

Present perfect
gebruik / vorm / ezelsbruggetje

Slide 8 - Slide

present perfect: gebruik en vorm
- Gebruik:
   - verleden begonnen, nu nog bezig

   - verleden gebeurd, nu nog merkbaar
   - iets uit het verleden is nu nog belangrijk
- Vorm:
    - have / has (he-she-it) + voltooid deelwoord
       - regelmatige werkwoorden + ed
       - onregelmatige werkwoorden > 3e rijtje




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

present perfect: ezelsbruggetje

Slide 11 - Slide

present perfect: ezelsbruggetje
FYNE JAS

For, Yet, Never, Ever
Just, Already (Always), Since

Slide 12 - Slide

Present perfect

Slide 13 - Slide



past simple:
- voorbij
- je weet wanneer
- WALDY
- w.w. + ed
- 2e rijtje
- ? = did + w.w.
- - = didn't + w.w.


present perfect:
- nog bezig / merkbaar
- nu nog belangrijk
- FYNE JAS
- have/has + w.w. + ed
- have/has + 3e rijtje
- he/she/it = has
- I/you/we/they = have
past simple vs. present perfect

Slide 14 - Slide

They (to be) home last night

Slide 15 - Open question

He (live) here since 1990.

Slide 16 - Open question

The dog (to bite) the man yesterday.

Slide 17 - Open question

I (just / to finish) building this car.

Slide 18 - Open question

He (to play) videogames since he was a child.

Slide 19 - Open question

She (to buy) an umbrella yesterday.

Slide 20 - Open question

Noteer in je agenda
opdr 27,28,29 of 30 volgende week af.

Slide 21 - Slide