Opdracht 2-3.2 BPV Profielschets

Communicator & Organisator
(CO)

Voortgangsfase
Semester 3


1 / 30
next
Slide 1: Slide
Communicator en organisatorMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Communicator & Organisator
(CO)

Voortgangsfase
Semester 3


Slide 1 - Slide

BPV-opdracht Profielschets


Je gaat voor minimaal één zorgvrager een profielschets maken.

Slide 2 - Slide

Voorbereiding:
1. Overleg met je BPV-begeleider;
2. Ga met de zorgvrager(s) in gesprek;
3. Stel een brief/e-mail op voor de naastbetrokkenen, mantelzorgers/familieleden;
4. Leg de brief/e-mail voor bij jou BPV begeleider;
5. Bereid het gesprek goed voor. 
Uitvoering:
6. Ga met de zorgvrager in gesprek, om een beeld de creëren;
7. Ga met de zorgvrager in gesprek om te achterhalen wat de wensen en behoefte zijn;
8. Verzamel foto’s en maak daar een keuze uit voor de persoonlijke profielschets;
9. Maak een profielschets;
Evalueren:
10. Evalueer de gemaakte profielschets met je BPV-begeleider.





Slide 3 - Slide

Communicatie in de zorg
Communicatie met de zorgvrager


De vier communicatiestijlen zijn:
  • analyser;
  • promoter;
  • supporter;
  • controller.




Slide 4 - Slide

De analyser

De analyser is degene die alles tot in details uitzoekt, hij is nauwkeurig en vaak ook perfectionistisch. Hij werkt precies en geordend. In een team bewaakt hij vaak de kwaliteit en hij zorgt ervoor dat afspraken en procedures worden nageleefd.


De analyser herken je aan eigenschappen als:
  • hij gaat voor kwaliteit;
  • hij is voorzichtig: neemt niet snel besluiten;
  • hij is op het eerste gezicht emotieloos (maar niet van binnen);
  • hij is zorgvuldig en netjes;
  • hij is gedisciplineerd;
  • hij is grondig;
  • hij vraagt altijd naar het waarom van iets;
  • hij is afstandelijk: praat weinig over zichzelf, maakt weinig contact;
  • hij wil altijd redeneren of discussiëren.

Slide 5 - Slide

De analyser

De analyser heeft ook een aantal valkuilen, dingen waar hij moeite mee heeft:

  • hij is bang om fouten te maken, kan daarom heel lang met taken bezig zijn;
  • hij kan erg star zijn, zeker als hij overtuigd is van zijn gelijk;
  • hij kan soms te veel met details bezig zijn;
  • hij is soms te voorzichtig en daardoor besluiteloos.



Slide 6 - Slide

De promotor

De promotor herken je in een team erg snel. Hij is vaak duidelijk en luid aanwezig, hij is altijd de gangmaker in het team. De promotor heeft vaak de lachers op zijn hand, maar kan ook andere emoties gemakkelijk en duidelijk laten zien. Hij zorgt voor veel sfeer. 

De promotor herken je aan eigenschappen als:

  • hij is enthousiast en inspirerend;
  • hij communiceert goed met allerlei mensen;
  • hij kan goed netwerken;
  • hij is flexibel, altijd in voor nieuwe dingen en probeert graag zaken uit;
  • hij is meestal vrolijk en opgewekt;
  • hij kan overtuigend zijn en een team meekrijgen;
  • hij is altijd in voor iets leuks.






Slide 7 - Slide

De promotor

De promotor heeft ook een aantal valkuilen, dingen waar hij moeite mee heeft:







  • hij begint ergens aan, maar maakt het zelden af;
  • hij heeft moeite met deadlines;
  • hij kan soms overdrijven;
  • hij is in contact met anderen soms oppervlakkig;
  • hij kan slecht omgaan met mensen die in zijn ogen onvriendelijk zijn;
  • hij heeft vaak niet in de gaten dat hij (fysiek) te dichtbij komt.





Slide 8 - Slide

De supporter

De supporter is degene die altijd oog heeft voor een ander. Hij is rustig, belangstellend en zorgzaam. Hij denkt aan een verjaardagstaartje of een bloemetje en hij weet veel van de ander omdat hij oprechte belangstelling heeft. 

De supporter heeft altijd een luisterend oor en is degene die mensen verbindt:

  • hij is mensgericht en belangstellend;
  • hij helpt graag anderen;
  • hij voelt altijd goed aan hoe iemand zich voelt;
  • hij kan goed luisteren;
  • hij bewaart de vrede en is diplomatiek en onbevooroordeeld;
  • hij is heel loyaal;
  • hij kan heel goed samenwerken met allerlei mensen.






Slide 9 - Slide

De supporter

De supporter heeft ook een aantal valkuilen; dingen waar hij moeite mee heeft:







  • hij kan slecht tegen conflicten, klapt dan dicht;
  • hij cijfert zichzelf soms te veel weg, gaat over zijn eigen grenzen heen;
  • hij geeft niet snel zijn mening, terwijl die mening wel waardevol is;
  • hij is weinig flexibel;
  • hij kan niet tegen opgejaagd worden.




Slide 10 - Slide

De controller

De controller is meestal degene die de leiding neemt in een groep. Hij weet wat hij wil en zal niet aarzelen dat kort en duidelijk te vertellen. Hij is zakelijk en doelgericht en een harde werker. Hij zorgt ervoor dat de taken die een team heeft, ook gedaan worden. 

De controller heeft de volgende eigenschappen:

  • hij houdt van deadlines en doelen en werkt hard om die te bereiken;
  • hij is taakgericht en krijgt in korte tijd veel voor elkaar;
  • hij maakt makkelijk beslissingen;
  • hij durft risico's te nemen en zaken uit te proberen;
  • hij is zakelijk en kan dingen afstandelijk bekijken;
  • hij houdt van moeilijke taken als hij vrijheid van handelen krijgt;
  • hij kan goed leidinggeven.













Slide 11 - Slide

De controller

De controller heeft ook een aantal valkuilen; dingen waar hij moeite mee heeft:
  • hij kan bazig en autoritair overkomen;
  • hij kan ongeduldig zijn, heeft weinig begrip voor emoties tijdens het werk;
  • hij heeft weinig oog voor details;
  • hij kan er slecht tegen als hij gecontroleerd wordt of als mensen twijfelen aan zijn besluiten;
  • hij negeert zijn eigen grenzen en gevoelens waardoor hij meer doet dan hij eigenlijk aankan.












Slide 12 - Slide

GESPREKKEN VOEREN MET DE MANTELZORGER


Thema: gesprekstechnieken

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

GESPREKSTECHNIEKEN

WAAR DENK JE DAN AAN?

Slide 15 - Slide

Een gesprek optimaal laten verlopen,
wat komt daarbij kijken?

Slide 16 - Mind map

Gesprekstechnieken
Maak je niet DIK :  denk in kwaliteiten
Neem ANNA mee :  altijd navragen nooit aannemen
Smeer NIVEA : niet invullen voor een ander
Wees een OEN :  open, eerlijk en nieuwsgierig
Laat OMA thuis;  oordeel mening en advies
Gebruik LSD;  luisteren samenvatten doorvragen


Slide 17 - Slide

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

Slide 18 - Mind map

ACTIEF LUISTEREN
= BETROKKEN ZIJN

- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
- knikje, 'mimiek'
- luistergeluiden [hmhm]
- de ander laten uitpraten
- samenvatten / doorvragen




Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Opdracht!
Ga met een tweetal in gesprek.

De ene vertelt het meest GEKKE/LEUKE/INTERESSANTE verhaal wat je in de vakantie hebt meegemaakt.

De ander luistert actief, stelt vragen om te verdiepen en vat samen. 
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Stap 2...

Degene die GELUISTERD 
heeft, vertelt het verhaal. 

Slide 22 - Slide

En nu...
Wat neem je mee van deze opdracht?

Slide 23 - Slide

SOORTEN VRAGEN
- open vragen 
- reflecterende vragen
- indirecte vragen
- gesloten vragen 
- suggestieve vragen
- directe vragen 

Slide 24 - Slide

SOORTEN VRAGEN
- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)
- reflecterende vragen             (Wat verwacht je ervan?)
- indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)
- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)
- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)
- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

Slide 25 - Slide

.
.

Slide 26 - Slide

Nog wat tips:
- Weg met storende factoren
- Gebruik stiltes
- Gebruik z.n. pen en papier
- Papegaaien
- Hoeveel tijd heb je?
- Neem afstand wanneer een gesprek onveilig voelt en schakel een collega in!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Aan de slag: werken aan opdracht 3.3

  • Bedenk vragen die je gaat stellen om de zorgvrager beter te leren kennen
  • Aan wie kun je vragen stellen?
  • Schrijf je vragen op en neem ze mee naar stage!
  • Maak een opzetje van een profielschets bv in word 

Kijk voor ideeën ook in de PDF 'ken je cliënt' 
Bekijk ook de theorie die hoort bij deze opdracht 



Slide 29 - Slide

gesprek oefenen
Maak een groepje van 4.
- 2 personen observeren
- 2 personen voeren het gesprek 

Wat gebeurt er allemaal/zie je tijdens de communicatie?

Wissel af wie er praten en observeren.

Slide 30 - Slide