2.3 Waarom zou je lenen?

2.3 waarom zou je lenen?
Welkom!

Pak je boek,schrift en rekenmachine
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.3 waarom zou je lenen?
Welkom!

Pak je boek,schrift en rekenmachine

Slide 1 - Slide


Lesdoelen paragraaf 2.3:

  • Je kent de woorden lening, rente en aflossing.
  • Kun je de kosten van een lening berekenen
  • Kun je een percentage berekenen!!

Slide 2 - Slide

Wat is lenen eigenlijk?

Slide 3 - Open question

1

Slide 4 - Video

00:22
Wat bedoelen ze met lenen kost geld?

Slide 5 - Open question

Redenen om te lenen:
Je wilt iets duurs kopen en wilt niet wachten tot je zelf het geld hebt
Je hebt onverwacht dringend geld nodig

Slide 6 - Slide

Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand:
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)

Slide 7 - Slide

Stel: je leent € 12.500 om een auto te kopen.
  • Hoeveel maanden doe je erover om het terug te betalen?
  • Hoeveel betaal je per maand?
  • Hoeveel betaal je in totaal?
  • Hoe hoog is het rentebedrag in totaal?

Slide 8 - Slide

Hoeveel maanden doe je erover om het terug te betalen?
Hoeveel betaal je per maand?
Hoeveel betaal je in totaal?
Hoe hoog is het rentebedrag in totaal?
Hoeveel maanden doe je erover om het terug te betalen?
96 maanden

Hoeveel betaal je per maand?
212 euro

Hoeveel betaal je in totaal?
96x212= 20.352 euro

Hoe hoog is het rentebedrag in totaal?
20.352-12.500= 7852 euro

Slide 9 - Slide

Weektaak:
Voor nu: 2.3


Weektaak: Leren voor het SO

Slide 10 - Slide

Percentage berekenen

Slide 11 - Slide

Voorbeeld:
Je leent 800 euro, je betaald 75 euro rente.
Hoeveel is het rente percentage?
(Deel : geheel x 100 % = ... )
of via tabel:
100%
..?
800
75

Slide 12 - Slide

Je leent 800 euro, je betaald 75 euro rente.
Hoeveel is het rente percentage?

Slide 13 - Open question

Wat is geen reden om te lenen?
A
Lenen om een auto te kopen
B
Lenen om een tekort op te vangen
C
Lenen om een huis te kopen
D
Lenen uit voorzorg

Slide 14 - Quiz

Het verschil tussen
sparen en lenen is ......
A
Sparen geld kost
B
Lenen geld kost
C
Bij sparen geef je geld uit, bij lenen niet.
D
Bij lenen los je niets af, bij sparen wel.

Slide 15 - Quiz

Vandaag tijdens de les:

  • Maken paragraaf 2.3 op blz 66:
Opdracht 40 tot 48
Ben je klaar hiermee? Stuur me een foto via Teams.

  • Huiswerk:
opdracht 49 tot 56


Slide 16 - Slide