Les 3 ZK2A 30-08-23 paragraaf 1.1c

Startklaar:
- Telefoon in Zakkie
- Op tafel:
        - Map
        - Feniksboek
        - Laptop
        - Naambordje
        - Zakkie
Welkom bij de Geschiedenisles ZK2A!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startklaar:
- Telefoon in Zakkie
- Op tafel:
        - Map
        - Feniksboek
        - Laptop
        - Naambordje
        - Zakkie
Welkom bij de Geschiedenisles ZK2A!

Slide 1 - Slide

Deze les correspondeert met blz. 8-9 van het boek. De opdrachten die LL erbij kunnen maken zijn: 1, 2 en 3 (allen op p. 9). 
Nederland voor 1600
West-Nederland was erg nat en niet geschikt voor landbouw.
  • Het gevolg was dat boeren daar alleen aan veeteelt deden.
  • Het gevolg was dat er niet genoeg graan was om de bevolking te voeden.
gevolg
Iets dat gebeurd door iets anders.

Slide 2 - Slide

Bespreek a.d.h.v. de kaart dat het westen van Nederland te nat was om graan te verbouwen. Door de groeiende bevolking was er een tekort aan graan, aangezien boeren in het westen vooral aan veeteelt deden. 
Wat is veeteelt?
A
Het houden van dieren.
B
Het verbouwen van graan.
C
Het houden van mensen op plantages.
D
Het verbouwen van mais.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Vul de zin aan:
Een gevolg is...
A
iets wat er gebeurd door iets anders.
B
iets dat gebeurd is.
C
iets dat nog moet gebeuren.
D
iets dat in het nieuws komt.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat was de oorzaak dat boeren in West-Nederland vooral aan veeteelt deden?
A
Boeren wisten niet hoe ze graan moesten verbouwen.
B
De landbouwgrond was te nat voor landbouw.
C
De landbouwgrond was te droog voor landbouw.
D
Boeren wisten niet hoe ze dieren moesten houden.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Feniks blz. 8
Handel in Europa
In Nederland was er veel kaas, boter en stoffen. Nederlanders voeren naar Noord-Europa om te handelen in graan, hout en leer. Hout en leer verkochten de Nederlanders in Zuid-Europa en kochten wijn en olijfolie. Deze producten verkochten ze dan weer in Nederland.
handel
Het kopen en verkopen van producten.

Slide 7 - Slide

Bespreek a.d.h.v. de kaart welke producten waar te vinden zijn. Vertel dat Nederland al voor 1600 een echt handelsland was. Nederlandse handelaren voeren naar Noord- en Zuid-Europa. Vanuit ons land namen zij in schepen melk, boter en stoffen mee om te verkopen in andere Europese landen; vanuit Noord-Europa namen ze bijvoorbeeld hout en leer mee; en vanuit Zuid-Europa wijn en olie.

Welke producten werden in Nederland gemaakt?
A
Boter, kaas en leer
B
Boter, wijn en hout.
C
Boter, kaas en stoffen.
D
Boter, leer en olijfolie.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke producten werden in Noord-Europa gekocht door Nederlandse handelaren?
A
Graan, hout en leer.
B
Graan, boter en wijn.
C
Graan, hout en olijfolie.
D
Graan, stoffen en leer.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke producten werden in Zuid-Europa door de Nederlandse handelaren gekocht?
A
Boter en kaas.
B
Hout en leer.
C
Stoffen en graan.
D
Wijn en olijfolie.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Feniks blz. 8
Specerijen
Rijke mensen hadden veel geld over voor specerijen:
  1. Om smaak te geven aan het eten.
  2. Als medicijn
specerijen
Dit zijn planten die een smaak en geur geven aan eten. Zoals: kaneel, peper, rozemarijn, safraan, anijs, paprika, cardemom, mosterd, vanille, gember, korriander, knoflook, rode pepers, venkel, oregano en nog veel meer. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke specerijen staan er thuis in de kast? 
Voorbeelden van specerijen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Feniks blz. 8
Opdrachten
Maak opdrachten 1 t/m 5 
Gebruik teksten:
A. Handel
B. Specerijen
C. Handelsverenigingen
En bron 4 (de atlas van Blaeu)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions