Spelling 1

Spelling 1
Woorden verbinden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling 1
Woorden verbinden

Slide 1 - Slide

Woorden verbinden
met -en: dit doe je tussen twee zelfstandige naamwoorden
vb. notenijs, klassendienst
met -e: dit doe je als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is
vb. goedemiddag, rodehond, beresterk, apetrots
met -e: dit doe je als er maar één van is
vb. maneschijn, zonnebril, 
met -e: als het woord van het eerste deel geen meervoud heeft of een s als meervoud
vb. groenteboer, rijstepap
met -e: als de delen niks met elkaar te maken hebben
vb. elleboog
met -s: je schrijft een s als je een s hoort
vb. bruidstaart, stationsklok
met een streepje: als het eerste deel een afkorting of getal is
vb. OV-chipkaart, 70-plusser

met -en: dit doe je tussen twee zelfstandige naamwoorden
vb. notenijs, klassendienst
met -e: dit doe je als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is
vb. goedemiddag, rodehond, beresterk, apetrots
met -e: dit doe je als er maar één van is
vb. maneschijn, zonnebril,
met -e: als het woord van het eerste deel geen meervoud heeft of een s als meervoud
vb. groenteboer, rijstepap
met -e: als de delen niks met elkaar te maken hebben
vb. elleboog
met -s: je schrijft een s als je een s hoort
vb. bruidstaart, stationsklok
met een streepje: als het eerste deel een afkorting of getal is
vb. OV-chipkaart, 70-plusser
met niks: als je niks hoort, schrijf je ook niks

Slide 2 - Slide

chocolade+ijs

Slide 3 - Open question

dorp+steegje

Slide 4 - Open question

bruid+taart

Slide 5 - Open question

bruid+gom

Slide 6 - Open question

pan+koek

Slide 7 - Open question

tand+stoker

Slide 8 - Open question

goed+morgen

Slide 9 - Open question

zon+bril

Slide 10 - Open question

gerst+pap

Slide 11 - Open question

reuze+honger

Slide 12 - Open question

60+plusser

Slide 13 - Open question

na+apen

Slide 14 - Open question

taal+schrift

Slide 15 - Open question

hazelnoot+ijs

Slide 16 - Open question

chocolade+eitje

Slide 17 - Open question

Zelfstandig werken
Maak blz. 16 van je werkboek. Niks overslaan.
Klaar? 3* werkwoordpaard (36*) en 2* spellingsmol erbij (24*)
Klaar? TaalBlobs
Klaar? Junior Einstein weektaak van vorige week afmaken
Klaar? 2* grammaticaklussers erbij
Klaar? Maak Engels op blz. 26+27+28 (je mag Google gebruiken als je het niet uit je hoofd weet) + zelf nakijken

Slide 18 - Slide