Je kunt de trappen van vergelijking ook gebruiken
met een werkwoord: hij rent sneller dan ik
(autant ........que, moins........ que, il court plus vite que moi
plus ........que, aussi....que)
met een bijwoord: hij zingt beter dan ik
(aussi...... que, moins....... que, il chante mieux que moi
plus....... que)
met een zelfstandig naamwoord: hij heeft meer geld dan ik
(autant de.......que, moins de.....que il a plus d'argent que moi
plus de.....que)