This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat gaan we doen?
oefenen met verkennend lezen
oefenen met signaalwoorden
Slide 1 - Slide
Pak je chromebook en log in:
timer
2:00
Slide 2 - Slide
De titel en tussenkopjes....
Titel: Tekort aan hulphonden
Tussenkopjes: Van ADL-hond tot Kwispellezen
Socialisatie
Opleiding
Slide 3 - Slide
docs.google.com
Slide 4 - Link
Wat weet je van hulphonden?
Slide 5 - Mind map
school.nieuwsbegrip.nl
Slide 6 - Link
We lezen de tekst zelf.
timer
5:00
Slide 7 - Slide
In alinea 1 staat in regel 2 het signaalwoord ZOALS. Welk alineaverband wordt hier aangegeven?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
oorzaak gevolg
Slide 8 - Quiz
In alinea één, regel 3, staat en conclusie. Welk signaalwoord hoort daarbij?
A
maar
B
dus
C
ook
D
helaas
Slide 9 - Quiz
Waarom is er een tekort aan hulphonden?
Slide 10 - Open question
Alinea twee begint me een opsomming. Noteer de signaalwoorden die erbij horen.
Slide 11 - Open question
In alinea twee wordt een oorzaak en gevolg aangegeven '"dit zal rust geven waardoor epileptische aanvallen afnemen."Regel 12 Welk signaalwoord hoort daarbij?
A
doordat
B
waardoor
C
omdat
D
waarschijnlijk
Slide 12 - Quiz
Wat is bij de vorige vraag de oorzaak en wat is het gevolg?
Slide 13 - Open question
Er staan drie verschillende signaleringshonden beschreven in alinea 2. Waarvoor geven zij ieder een signaal af?
Slide 14 - Open question
In alinea 3 lees je in de eerste zin het woord OMDAT. Welk alineaverband wordt hier aangegeven?
A
reden/verklaring
B
oorzaak gevolg
C
doel middel
D
tegenstelling
Slide 15 - Quiz
Waar wordt een reden/verklaring voor gegeven? ( Vorige vraag)
Slide 16 - Open question
Waar moet het ideale puppypleeggezin aan voldoen volgens Ingrid Nijman? Noem 3 voorwaarden. ( alinea 3)
Slide 17 - Open question
Waarom is er maatwerk nodig voor de opleiding van een hulphond?
Waarom is er maatwerk nodig bij de opleiding van een hulphond?
Slide 18 - Open question
Deze les heb je..
geoefend met verkennend lezen, signaalwoorden en vragen beantwoorden.