Les 2

1 / 33
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Zorg dat je de werkboeken heb uitgeprint en de mappen hebt klaarliggen.

Slide 2 - Video

In dit filmpje zie je duidelijk dat er niet geluisterd wordt. 
Wat gebeurde er in het filmpje?

Slide 3 - Open question

Voer een kort klassengesprek

Slide 4 - Slide

Herhaal kort de afspraken..
Ik weet hoe ik 'goed' moet luisteren naar anderen
010

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

  • Je kan uitleggen wat luisteren betekent.
  • Je kan het verschil tussen luisteren en horen
    uitleggen.
  • Je kan de 5 punten van goed luisteren inzetten
    tijdens het stellen van vragen.
 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan
bij het woord luisteren?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Stel deze vraag aan de leerlingen. Kijk of ze met voorbeelden kunnen komen. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

Bij deze muziek opdracht ligt de nadruk op het verschil tussen horen en luisteren. Luisteren gaat makkelijker als je het begrijpt en kan verstaan. Maar wat als dat niet zo is?

Dan kun je ook luisteren door op andere dingen te letten. Bijvoorbeeld hoe iemand beweegt. De gezichtsuitdrukking ofwel de non-verbale communicatie.

Je kan aan het onderwerp non-verbale communicatie tijd besteden in deze les. Onderaan de lessonup zie je daar materiaal voor. Je kan ook het begrip kort uitleggen en benoemen. 

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Waar ging dit liedje over?

Slide 12 - Open question

Bespreek het na. Stel ook vragen. Hoe wist je dit, hoe kon je dit zien. Lijkt voor hun vragen naar iets heel simpels, maar dat geeft later het oja moment.

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Waar ging dit liedje over?

Slide 14 - Open question

Bespreek ook dit na. Waarschijnlijk zeggen de leerlingen: hoe kunnen we dit nou doen? Dit kan toch helemaal niet?

Je kunt ook luisteren door op andere dingen te letten. Bijvoorbeeld hoe iemand beweegt. De gezichtsuitdrukking ofwel de non-verbale communicatie.

Je kan aan het onderwerp non-verbale communicatie tijd besteden in deze les. Onderaan de lessonup zie je daar materiaal voor. Je kan ook het begrip kort uitleggen en benoemen. 
  • Zorg dat je oogcontact hebt.
  • Stel (door)vragen
  • Knik soms mee, of bevestig af en toe wat de persoon zeg met ja.
  • Ga niet met je rug naar de persoon zitten.
  • Herhaal soms kort wat de persoon heeft gezegd om te kijken of je het goed begrepen hebt.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Interview opdracht
Je werkt in tweetallen. Ieder lid uit het tweetal heeft een eigen rol. Als je klaar bent wissel je om!  
Rol 1 de interviewer (stelt de vragen)
Hij/zij stelt de vragen die op het werkblad staan en vult de
antwoorden van die persoon in in. Laat zien dat er goed geluisterd wordt.


Rol 2 de geïnterviewde (beantwoordt de vragen)
Hij/zij geeft antwoorden op de vragen, maar ook kijkt de hij/zij naar de checklist en beoordeelt de interviewer. Luistert hij/zij echt goed? Houdt hij/zij zich aan de 5 punten?
timer
1:00

Slide 16 - Slide

De leerlingen krijgen allemaal een uitgeprint werkboekje die ze in hun mapje mogen steken. De mapjes bewaar jij in de klas in de daarvoor bestemde mappenhouders.

In die werkboekjes kun je 2 werkbladen vinden. Pagina 2 en 3.
1 met het interview en 1 met de checklist. 

Beiden moeten ingevuld worden. 

Ze mogen kiezen wie als eerst gaat interviewen en wie als eerst gaat checken en beantwoorden van de vragen. Daarna ruilen ze om van rol.

Bespreek dit ook na.
Ik weet hoe ik 'goed' moet luisteren naar anderen
110

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

Wat zijn de 5 stappen van goed luisteren?
  • Zorg dat je oogcontact hebt.
  • Stel (door)vragen
  • Knik soms mee, of bevestig af en toe wat de persoon zeg met ja.
  • Ga niet met je rug naar de persoon zitten.
  • Herhaal soms kort wat de persoon heeft gezegd om te kijken of je het goed begrepen hebt.

Wat is het verschil tussen horen en luisteren?
Luisteren is dat je echt begrijpt wat iemand zegt.

Slide 18 - Slide

ik geef de antwoorden
Extra
1. Je kan als je tijd over hebt het onderwerp 'ruis' bespreken.

2.Je kan als je tijd over hebt het onderwerp verbale en non verbale communicatie met ze doornemen. Je kan er ook voor kiezen dit juist te doen in de les ipv een andere opdracht. De keuze is aan jou.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

  • Je kan het verschil tussen luisteren en horen
    uitleggen.
  • Je kan voorbeelden noemen van ruis
  • Je kan uitleggen wat het verschil is tussen
    verbale en non-verbale communicatie
  • Je kan de 5 punten van goed luisteren inzetten
    tijdens het stellen van vragen.
 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van iets dat kan storen

Slide 22 - Open question

Bespreek dat na. Dat vinden de leerlingen altijd heel motiverend.

Slide 23 - Slide

rollenspel

1 x

Ik wil iets van jou en dat heb ik nodig en de ander wilt het niet geven

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent verbaal en non-verbaal?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent luisteren?
Luisteren is dat je echt begrijpt wat iemand zegt.
Wat is ruis?
Ruis is geluid dat stoort.
Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?
Verbaal is gesproken of geschreven en non-verbaal is met gebaren of lichaamstaal
Wat zijn de 5 stappen van goed luisteren?
  • Zorg dat je oogcontact hebt.
  • Stel (door)vragen
  • Knik soms mee, of bevestig af en toe wat de persoon zeg met ja.
  • Ga niet met je rug naar de persoon zitten.
  • Herhaal soms kort wat de persoon heeft gezegd om te kijken of je het goed begrepen hebt.

Slide 33 - Slide

ik geef de antwoorden