Je weet welke 3 fasen er zijn.
Je kent de 6 verschillende faseovergangen.
Je kunt aan de hand van het smeltpunt en kookpunt bepalen om welke stof het gaat.
Je kunt aan de hand van het smeltpunt en het kookpunt bepalen in welke fase een stof is bij een bepaalde temperatuur.
Je begrijpt dat bij een andere fase een stof ook een ander volume heeft.