3.5 woorden les 1 1BK

3.5 Woorden
timer
1:00
  • Lesboek en etui op de hoek van je tafel.
  • Ga rustig zitten terwijl ik voorlees.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

3.5 Woorden
timer
1:00
  • Lesboek en etui op de hoek van je tafel.
  • Ga rustig zitten terwijl ik voorlees.

Slide 1 - Slide

Wat je moet weten voor de toets.
  • Herkennen inleiding, kern en slot    (H2)
  • Wat verkennend lezen is, en hoe je dat doet. (H2)
  • Welke tekstdoelen er zijn. (H3)
  • Wat het tekstdoel informeren is, en voorbeelden daarvan. (H3)
  • Wat nauwkeurig lezen is, en het verschil met verkennend lezen (H3)
  • De woorden en betekenissen van hoofdstuk 2 en 3.

Slide 2 - Slide

Toetsen Nederlands periode 2
  •         Schrijfvaardigheid (informatieve tekst)
  •         Orientatie op fictie (boekpromotieposter)
  •         Leesvaardigheid en woordenschat (H2 & 3) Toets 24 maart

Slide 3 - Slide

3.3 Woorden
In deze paragraaf leer je:
  • 25 nieuwe woorden
  • wat tegenstellingen zijn.

Slide 4 - Slide

Vandaag
In deze paragraaf leer je:
  • Herhalen met woorden uit hoofdstuk 2
  • Oefenen met 12 nieuwe woorden 

Slide 5 - Slide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1 en 2 op blz. 158
  • Oefen de woorden van woorden 1 op blz. 159
     Oefen eerst alleen, daarna samen met een iemand.
  • Samen opdracht 4 op blz. 159-160

Slide 6 - Slide

  • Wat is het verschil tussen verkennend lezen en nauwkeurig lezen?
  • Bij verkennend lezen lees je niet de hele
     tekst, maar wil je het onderwerp weten. 
  • Bij nauwkeurig lezen lees je zin voor zin,
     en wil je de tekst goed kunnen begrijpen.

3.3 Lezen - eerder geleerd 

Slide 7 - Slide

  • Wat wil een schrijver met het tekstdoel 'informeren'?
  • De lezer informatie geven over een
     bepaald onderwerp. (b.v. nieuwsbrief,
     krant, informatieboek, lesboek)
3.3 Lezen - Eerder geleerd 

Slide 8 - Slide

3.3 Lezen

  • Wat wil een schrijver met het tekstdoel Informeren?



Slide 9 - Slide

Fictiedossier - opdracht 1
- werk aan je fictiedossier
  opdracht 1 gedicht met een vast rijmschema
                       een naam-gedicht of Rondeel
  opdracht 2  voorkant van een boek of zelf schrijven
- Woensdag 20 december moeten deze ingeleverd zijn.
                       Eerder mag.

Slide 10 - Slide

Lezen 3.3 Weet je nog
Indeling van een tekst:
-  inleiding, kern en slot 

Slide 11 - Slide

3.3 Lezen

  • Samen lezen en maken blz. 142 - 143, vragen 1, 2,



Slide 12 - Slide

3.3 Lezen
Leertekst Tekstdoel - informeren (blz. 143)

Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de schrijver? Dit noem je het tekstdoel.
Je leert dit jaar 4 tekstdoelen: informeren, activeren, amuseren en overtuigen.

Een tekstdoel dat vaak voorkomt is informeren.





tekstdoel
Wat wil de schrijver?
voorbeelden
informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
nieuwsbericht, tekst uit een schoolboek

Slide 13 - Slide

3.3 Lezen - verkennend lezen
  • lees de titel
  • lees de tussenkopjes
  • lees de inleiding en het slot
  • bekijk de plaatjes
  • lees de bron(onderaan de tekst)

Je kan dan bedenken waar de tekst over gaat



Slide 14 - Slide

Leertekst Tekstdoel - informeren (blz. 143)

Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de schrijver? Dit noem je het tekstdoel.

Je leert dit jaar 4 tekstdoelen: informeren, activeren, amuseren en overtuigen.
Een tekstdoel dat vaak voorkomt is informeren.
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 15 - Slide

Vandaag 3.3 Lezen
tekstdoel
Wat wil de schrijver?
voorbeelden
informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
nieuwsbericht, tekst uit een schoolboek

Slide 16 - Slide

Leertekst - Verkennend lezen

- lees de titel
- lees de tussenkopjes
- lees de inleiding en het slot
- bekijk de plaatjes
- lees de bron(onderaan de tekst)

Je kan dan bedenken waar de tekst over gaat


Vandaag 3.3 Lezen

Slide 17 - Slide

Leertekst Tekstdoel - Nauwkeurig lezen (blz. 147)

Als je precies wilt lezen wat er in de tekst staat, dan ga je de tekst nauwkeurig lezen. Dit is wat anders dan verkennend lezen.

Nauwkeurig lezen doe je zo:
- Lees de tekst zin voor zin met aandacht.
- Probeer te begrijpen wat er staat.

Vandaag 3.3 Lezen

Slide 18 - Slide