3.3 Lezen les 4 1BK

3.3 Lezen
timer
1:00
  • Lesboek en etui op de hoek van je tafel.
  • Ga rustig zitten terwijl ik voorlees.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

3.3 Lezen
timer
1:00
  • Lesboek en etui op de hoek van je tafel.
  • Ga rustig zitten terwijl ik voorlees.

Slide 1 - Slide

Toetsen Nederlands periode 2
  •         Schrijfvaardigheid (informatieve tekst)
  •         Orientatie op fictie (boekpromotieposter)
  •         Leesvaardigheid en woordenschat (H2 & 3) Toets 24 maart

Slide 2 - Slide

3.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:
  • het tekstdoel informeren herkennen.
  • hoe je nauwkeurig leest.

Slide 3 - Slide

3.3 lezen - even herhalen
  • Wat is het verschil tussen verkennend- en nauwkeurig lezen?
  • => Bij verkennend lezen lees je niet alles,
           bij nauwkeurig lezen lees je de hele tekst heel goed, zodat je
           de tekst goed begrijpt.

  • Welke 4 tekstdoelen zijn er?
  • => Informeren, activeren, amuseren, overhalen.

  • Wat is een witregel?
  • =>  Een regel waar niks op staat voor en na een alinea.

Slide 4 - Slide

Woorden hoofdstuk 2 - even oefenen
  • Wat  betekent het onderstreepte woord?
     
    Ik vind die sommen best nog wel lastig.
  • => moeilijk

  • Wat betekent het onderstreepte woord?
     
    Zij vertrouwt erop dat hij haar niet zal verraden.
  • => gelooft dat iemand eerlijk is. 

Slide 5 - Slide

Woorden hoofdstuk 2 - even oefenen
Wat betekent het onderstreepte woord?
  • Deze variant van het spel kende ik nog niet.
  • => andere vorm of manier, variatie

  • Voor dit recept heb je best veel ingrediënten nodig.
  • => delen waarmee je een gerecht maakt.

Slide 6 - Slide

Aan de slag
  • Maak opdracht 11 en 12 op blz. 148. 
  • Lees tekst 6 verkennend (blz. 148).
  • Maak opdracht 13 a t/m d op blz. 149.
  • Klaar?  Oefen de woorden van hoofdstuk 2 met de woordtrainer in Max Talent

Slide 7 - Slide

3.3 Lezen Nauwkeurig lezen (blz. 147)
Als je precies wilt weten wat er in een tekst staat, dan ga je de tekst nauwkeurig lezen.
Nauwkeurig lezen doe je zo:

- Lees de tekst aandachtig. Lees zin voor zin.
- Probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.





Slide 8 - Slide

3.3 Woordenbingo
  • Je krijgt een lege 'bingokaart' met 9 vakjes.
  • Je vult in elke vakje een woord in hoofdstuk 2 blz. 99 en 101
  • Op het bord draait het 'Rad met de Betekenissen' 
  • Stopt het Rad bij een betekenissen waar jij het woord van hebt opgeschreven, dan zet je daar een kruis doorheen.
  • Wie heeft het eerst 'WoordBingo'!!!



Slide 9 - Slide

3.3 Lezen - nauwkeurig lezen
  • Als je precies wilt weten wat er in de tekst staat,
     gaat je de tekst nauwkeurig lezen.

  • Lees de tekst zin voor zin.
  • probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.

Slide 10 - Slide

3.3 Lezen Tekstdoel - informeren (blz. 143)
Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de schrijver? Dit noem je het tekstdoel.
Je leert dit jaar 4 tekstdoelen: informeren, activeren, amuseren en overtuigen.

Een tekstdoel dat vaak voorkomt is informeren.





tekstdoel
Wat wil de schrijver?
voorbeelden
informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
nieuwsbericht, tekst uit een schoolboek

Slide 11 - Slide