Formative Grammar - Word Order

Word Order
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Word Order

Slide 1 - Slide

Word Order
Bij de woordvolgorde houd je rekening met:

- bijwoorden van frequentie
(always, sometimes, never, rarely)
- Bijwoordelijke bepalingen van tijd en plaats
(geven antwoord op de vraag waar en wanneer)

Slide 2 - Slide

Word Order
Bijwoorden van frequentie
- Deze staan voor het hoofdwerkwoord
- Achter het werkwoord to be
- Achter het hulpwerkwoord

Slide 3 - Slide

Word Order
Bijwoordelijke bepaling van tijd en plaats
- Meestal achteraan in de zin
- Staan ze allebei in een zin: eerst plaats, daarna tijd

Slide 4 - Slide

Practice
Hierna volgen 7 zinnen. Zet de zinnen in de juiste volgorde, denk hierbij aan hoofdletters en punten. 

Slide 5 - Slide

the first roller coaster - in Russia - was built - in the 15th century

Slide 6 - Open question

was built - the highest roller coaster - in 2000 - in the USA

Slide 7 - Open question

in Madrid - opened - in 2002 - the world's biggest theme park

Slide 8 - Open question

met - her - ago - boyfriend - a - I - days - few

Slide 9 - Open question

year - spend - where - Christmas - does - Terry - to - next - ? - want

Slide 10 - Open question

went - Dublin - we - pub - Saturday - out - every - to - in - a

Slide 11 - Open question

travel - by myself - always - I

Slide 12 - Open question

Einde van de oefening
Controleer hoeveel fouten je had (zonder spel/hoofdletter fouten) en besluit aan de hand hiervan of je naar de extra uitleg gaat of niet. 

Slide 13 - Slide