4 3hv H2 Lezen les 3

Lezen in je leesboek
timer
10:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Aantekeningen maken bij het lezen?
  •  interviewvragen
  •  samenvatting van beide verhaallijnen

Slide 2 - Slide

Verhaallijn 1
(heden)
  • Hoofdpersoon?
  • Margot/ Margje
    Karaktereigenschappen probleem/opdracht?
  • Bijpersonen? 
    helper/tegenstander?
  • Chronologisch verteld?
  • Belangrijke gebeurtenissen
  • Plaats / ruimte
Verhaallijn 2
(verleden (welke tijd?))
  • Hoofdpersoon?
  • Margje 

Slide 3 - Slide

Lezen 2.3
In deze les leer je:

• het leespubliek van een tekst herkennen.

Vorig lessen:  - nieuwsbericht;
                             - tekstdoel, -soort, -vorm;
                             - kritisch lezen (objectieve en subjectieve info).

Slide 4 - Slide

Lezen 2.3

Slide 5 - Slide

Waar let je op als je het leespubliek van een tekst wilt bepalen?

Slide 6 - Open question

Leespubliek van een tekst bepalen

Slide 7 - Slide

Opdracht 13 leespubliek
1. Bedenk (in duo's) twee verschillende groepen voor wie een tekst bedoeld kan zijn. Schrijf ze op (papier of wordbestandje).
(Denk aan: leeftijd, woon- of werkplek, een gezamenlijke hobby of interesse.)
2. Bedenk er een tekstvorm bij.
Voorbeeld
Leespubliek: Mensen uit de regio Hardinxveld-Giessendam
die lid zijn van de visvereniging.
Tekstvorm: Het nieuwsblaadje van H.S.V. het voorntje.
timer
3:00

Slide 8 - Slide

Opdracht 13 leespubliek
Mogelijke antwoorden:
volwassenen, jongeren, gepensioneerden, kleuters, bewoners van een bepaalde stad, medewerkers van een bepaald bedrijf, leden van een voetbalvereniging, toneelclub of een dierentuin.

Slide 9 - Slide

Opdracht 13 leespubliek
Voor welk publiek is tekst 3
op blz. 113 bedoeld?



Bron: ad.nl

Slide 10 - Slide

Opdracht 13 leespubliek
Het leespubliek van tekst 3 is een algemeen publiek van volwassenen:
  • Bron: het AD, dat is een landelijke krant.
  • Onderwerp: is de dood van schapen, waarschijnlijk veroorzaakt door een wolf (afbeelding), dat is interessant voor een algemeen publiek (waaronder vooral natuurliefhebbers, agrariërs en bewoners van de Betuwe),
  • Taalgebruik: er staan geen moeilijke woorden in de tekst, maar er staan wel lange zinnen in.

Slide 11 - Slide

Oefenen Lezen 2.3
Havo: opdracht 15 t/m 18 maken en zelf nakijken.
(Stil, zelfstandig aan de slag, muziek luisteren mag.)
Eind van de les komen we terug op de verschillen tussen de twee teksten.
Klaar? Ga verder met de leestaak: opdr. 19-26. Dit hoeft nog niet af.

Vwo: terugblik opdracht 11a (feiten subjectief weergeven), 
Verder met opdracht 14 t/m 17. 
Klaar? Verder met de leestaak: opdr. 18-25 en 27. Dit hoeft nog niet af.
Voor de volgende les:
Zorg dat je uit kunt leggen wat het betekent dat een nieuwsbericht 'oprolbaar' moet zijn. (Bestudeer de lesstof 'nieuwsbericht schrijven' 2.4 blz. 121)

Slide 12 - Slide

Bespreken
Havo
Tekst 4: 'Wereldrecord Peruviaanse bulldog' 
Tekst 5: 'Walgelijk wereldrecord' 
Vwo
Tekst 4: 'Twee vrouwen door auto geschept' 
Tekst 5: 'Eigen schuld, dikke bult' 
  • Kop: objectief/subjectief?
  • functie van de kop?
  • Welke tekst bevat feiten?
  • Welke tekst is betrouwbaar?

  • Wat zou je ervan vinden als tekst 5 op een nieuwssite als nos.nl zou staan? 

Slide 13 - Slide

Hoe sensationeel mag een krantenkop zijn?

Slide 14 - Slide