verhaal, liedtekst, stripboek , cabarettekst, column, roman
Slide 5 - Slide
Maken
Opdracht 2, 4 en 5
blz. 108-109
Kijk dan de 2 filmpjes op de volgende slide
timer
8:00
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Maken
opdracht 6, 7 en 8
blz. 111
timer
7:00
Slide 9 - Slide
Kritisch lezen
Slide 10 - Slide
Kritisch lezen
Erachter komen of wat je leest, waar is
Stel kritische vragen
Maak onderscheid tussen subjectieve en objectieve informatie
Slide 11 - Slide
Subjectief/objectief
Objectieve informatie: geen eigen mening, schrijver blijft neutraal, feiten
Bij objectieve informatie vraag je je af:
Is dit waar, is dit echt zo gebeurd, klopt dit met wat ik al weet?
Subjectieve informatie: schrijver geeft mening, zegt wat hij ergens van vindt, is niet neutraal. Of hij geeft zijn interpretatie van de feiten.
Bij subjectieve informatie vraag je je af:
Vind ik dit ook, komt dit overeen met mijn eigen waarneming of ervaring?
Slide 12 - Slide
Subjectief/objectief
Let op: dit verschil is niet altijd duidelijk!
Soms presenteert een schrijver feiten niet neutraal: door zijn woordkeuze probeert hij de mening van de lezer te beïnvloeden.
Voorbeeld: 'Zogenaamde dierenvrienden uit de Peruviaanse hoofdstad Lima hebben Otto, een bulldog, op een skateboard tussen de benen van dertig mensen door laten rijden.'
Slide 13 - Slide
Objectief of subjectief?
Tekst 1
Tekst 2
Slide 14 - Slide
Opdracht 9a: Horen de woorden bij objectief of subjectief?
subjectief
objectief
feitelijk
bevooroordeeld
gekleurd
neutraal
onpartijdig
partijdig
persoonlijk
vooringenomen
zakelijk
Slide 15 - Drag question
Maken
Opdracht 9 t/m 12
blz. 112-113
timer
10:00
Slide 16 - Slide
Leespubliek
De 'soort' lezers voor wie een tekst is geschreven