Zintuigen en gedrag

Zintuigen
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zintuigen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen
  • prikkels uit de omgeving
  • opgevangen door 
              zintuigcellen
  • boodschap aan 
              hersenen via zenuwen = 
              impuls
  • centrale zenuwstelsel
zintuigen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zintuigenstelsel
  1. Gezichtszintuig -ogen
  2. Gehoorzintuig -oren
  3. Evenwichtszintuig -oren
  4. Reukzintuig - neus
  5. Smaakzintuig - tong
  6. Warmtezintuig -huid
  7. Koudezintuig - huid
  8. Drukzintuig - huid
  9. Tastzintuig - huid

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is GEEN zintuig?
A
je oor
B
je vinger
C
je neus
D
je oog

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Zintuigcellen
Prikkels worden in het zintuig opgevangen door zintuigcellen

Een zintuigcel zet de prikkel om in een impuls

De adequate prikkel. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een zintuig?
A
Invloed uit de omgeving
B
Een orgaan dat invloeden uit de omgeving opvangt
C
Produceert stoffen
D
Een orgaan dat impulsen opvangt

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 8 - Slide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de huid?
A
een orgaan
B
een weefsel
C
een orgaanstelsel
D
een cel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 11 - Slide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
Welke prikkel hoort bij het zintuig Huid?
A
Geur
B
Smaak
C
Aanraking
D
Geluid

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Oren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De oren

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
D
de lens

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waar dient de ooglens voor?
A
Zorgt dat licht op de gele vlek komt
B
Het houd de pupil altijd open
C
Beschermt het oog
D
Stuurt signalen naar het netvlies

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

In de afbeelding zie je de werking van een zintuig

23 Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
1-3-2
B
2-1-3
C
3-1-2

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog NIET?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions