8.4 Afvalstoffen

8.4 Afvalstoffen
Tekstboek: bladzijde 52 t/m 55
Werkboek: bladzijde 80 t/m 83
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

8.4 Afvalstoffen
Tekstboek: bladzijde 52 t/m 55
Werkboek: bladzijde 80 t/m 83

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- welkom
- leerdoelen
- leerdoelen 8.3 herhalen
- uitleg 8.4
- aan de slag
- afsluiten

Slide 2 - Slide

De kandidaat kan:
De vorm, werking en functie van het bloedvatenstelsel beschrijven.
In dit verband kan de kandidaat:


- afvoer van bloed met voedingsstoffen via de poortader naar de lever
- lever en nieren met urineleiders, urineblaas en urinebuis noemen, in afbeeldingen aanwijzen en de functie ervan noemen, de bouw en werking van de nier beschrijven en beschrijven dat omzetting van afvalstoffen en niet-bruikbare stoffen in de lever plaatsvindt en dat deze daarna uitgescheiden worden:
- wisselende gehaltes aan water en afvalstoffen (zoals ureum) in urine
- nierschors, niermerg, nierbekken 





Leerdoelen

Slide 3 - Slide

Weet je nog?
1. Uit welke vier delen bestaat bloed?


2. Welk bloedvat heeft kleppen?


3. Op welke twee manieren kan weefselvloeistof terugkomen in de bloedvaten?

Slide 4 - Slide

Welke organen halen afvalstoffen uit je bloed?
Uitscheidingsorganen helpen om de samenstelling van je bloed steeds ongeveer constant (gelijk) te houden.

Slide 5 - Slide

Wat doet de lever?
De lever KRIJGT bloed uit twee bloedvaten:
1. leverslagader (bloed met zuurstof)
2. poortader (bloed met voedingsstoffen vanuit de dunne darm)

De lever controleert de samenstelling van het bloed dat hij krijgt.
Hierop reageert hij door stoffen te maken of af te breken.


Slide 6 - Slide

Wat doet de lever?
De lever doet het volgende:

1. Afbreken en omzetten van stoffen
   Alcohol en medicijnen - worden omgezet in onschadelijke stoffen en verlaten via de nieren je lichaam.
   Eiwitten - worden afgebroken. Hierbij ontstaat de afvalstof ureum. Ureum verlaat via de nieren je lichaam.
   Rode bloedcellen - worden afgebroken. Het ijzer uit de rode bloedcellen wordt opgeslagen, de rest verwijderd.

2. Stoffen maken
     De lever maakt gal.

3. Stoffen opslaan
     De lever slaat het teveel aan glucose op in de vorm van glycogeen.
     De lever slaat vitaminen op.



Slide 7 - Slide

Hoe werken de nieren?
- Je hebt 2 nieren. Deze liggen aan de achterzijde van je buikholte.
- Via urineleiders gaat de urine (die gemaakt wordt in je nieren) naar je blaas.
- Als je moet plassen verlaat de urine via de urinebuis je blaas.

Nieren filteren afvalproducten uit het bloed.
1.  Afbraakproducten uit de lever (zoals ureum of afbraakproducten van 
     alcohol en medicijnen).
2. Overtollige stoffen (stoffen waar je teveel van hebt zoals water, zout en 
     sommige vitaminen).
3. Overbodige stoffen (stoffen die je lichaam niet nodig heeft zoals kleurstoffen).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Aan de slag!
Maak de test jezelf van 8.3 + 8.4 op blz. 89.

Ben je daarmee klaar? 
Dan maak je de examentraining op blz. 90 en 91.

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Leerdoelen herhalen

Zijn er nog vragen?

Voor de volgende les

Slide 12 - Slide