De lever doet het volgende:
1. Afbreken en omzetten van stoffen
Alcohol en medicijnen - worden omgezet in onschadelijke stoffen en verlaten via de nieren je lichaam.
Eiwitten - worden afgebroken. Hierbij ontstaat de afvalstof ureum. Ureum verlaat via de nieren je lichaam.
Rode bloedcellen - worden afgebroken. Het ijzer uit de rode bloedcellen wordt opgeslagen, de rest verwijderd.
2. Stoffen maken
De lever maakt gal.
3. Stoffen opslaan
De lever slaat het teveel aan glucose op in de vorm van glycogeen.
De lever slaat vitaminen op.